De gemeente Aalten
De gemeente Aalten is gelegen in het zuid-oostelijk deel van de Achterhoek, pal aan de Duitse grens. De gemeente met haar circa 27.000 inwoners heeft een oppervlak van 9.708 hectare en bestaat uit de kernen Aalten, Dinxperlo, Bredevoort en De Heurne. Om deze kernen liggen de buurtschappen Barlo, Dale, Haart, Heurne, ’t Klooster, Lintelo en IJzerlo. Het gemeentehuis staat in het dorp Aalten en Anton Stapelkamp is de burgemeester. Vanwege de unieke combinatie van agrarisch gebied, natuur en cultuurhistorie behoort een deel van de gemeente sinds 2005 tot het Nationaal Landschap Winterswijk. De Slinge, de Keizersbeek en de Aa-Strang kronkelen door het fraaie coulissenlandschap. Rust, ruimte en natuurschoon vind je dus volop in de gemeente Aalten, die in 2005 is ontstaan uit een samengaan van de gemeenten Aalten en Dinxperlo.
Het religieus erfgoed neemt een belangrijke plaats in. Er zijn vele geloofsgenootschappen die elk hun eigen sporen hebben nagelaten in het gebied. Van bijzondere muurschilderingen in de Oude Helenakerk in het centrum van Aalten tot het kleinste kerkje van Nederland, de Rietstap in Dinxperlo. Nergens in de Achterhoek vind je zoveel kerken als in deze gemeente.
De kernen
De gemeente Aalten telt twee hoofdkernen, Aalten en Dinxperlo, daarnaast het vestingstadje Bredevoort en de kern De Heurne. Om verwarring met de nabijgelegen buurtschap Heurne te voorkomen, is het dorp De Heurne vooral in Aalten bekend als ‘Dinxperlose Heurne’. De buurtschap Heurne (die, om het nog verwarrender te maken, lokaal ook De Heurne wordt genoemd) wordt om dezelfde reden ook wel als ‘Aaltense Heurne’ betiteld.
Aalten
Aalten ligt op de rand van het Oost-Nederlands plateau, dat het kleinschalige landschap van de oostelijke Achterhoek zo typeert. Dit hoger gelegen gebied (ca 25-40 meter boven NAP) met zijn intieme zandweggetjes loopt in het westen uit in het vlakke landschap van de Midden-Achterhoek met zijn grootschalige, rechtlijnige kavels. Het hooggelegen dorp Aalten ligt in een heuvelachtig gebied, dat in de volksmond wordt getypeerd als de zeven heuvelen. Op een van die zeven heuvels ontstond rond het jaar 1100 een eenvoudig, tufstenen romaans kerkje. In de 15e en 16e eeuw werd het vervangen door de grotere gotische Oude Helenakerk. De toren dateert nog van de 11e eeuw. Het interieur bevat o.a. een 18e eeuwse kansel, een prachtig barokorgel en bijzondere laatmiddeleeuwse fresco’s. Opmerkelijk is dat de banken in een cirkel staan. Lees meer over deze mooie kerk onder Religieus erfgoed.
Hoogteverschillen in de straten van noord naar zuid geven het dorp een bijzonder karakter, evenals de gängeskes. Een gängeske is een smal paadje van twee kruiwagens breed. De paadjes liepen tussen de tuinen van de bewoners en vormden in vroeger tijden de verbindingen tussen de hoofdwegen Het oude patroon van deze gängeskes is nog gedeeltelijk aanwezig. Op de Markt vind je behalve winkels en terrassen ook drie musea. Het Nationaal Onderduikmuseum op nummer 12 vertelt de unieke geschiedenis van het pand en de bijzondere onderduikverhalen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het dorp namelijk een belangrijke rol in het verzet. Inwoners van Aalten en omgeving verborgen zelfs de meeste onderduikers van heel Nederland. In het naastgelegen statige herenhuis Frerikshuus en de daarachter gelegen Dorpsboerderij vind je respectievelijk het Aaltens Industriemuseum en het Historisch Museum Frerikshuus. Je vindt er alles over de textiel- en hoornindustrie, die erg belangrijk voor de ontwikkeling van Aalten en Bredevoort waren.
Een herkenningspunt in het landschap is de karakteristieke watertoren ten noorden van het dorp, aan de Ringweg. Het 37,15 meter hoge bouwwerk is ontworpen door de Lochemse architect G.J. Postel Hzn in de stijl van de Delftse School. Kenmerkend is dat deze is opgetrokken uit baksteen met natuurstenen accenten op constructief belangrijke punten. Een architectonisch hoogstandje. De toren werd in 1943 in gebruik genomen. Het gemeentelijk monument is niet geopend voor bezichtiging.
Jaarlijkse publieksevenementen in Aalten zijn o.a. het Sjoksfestival in het voorjaar, de AaltenDagen midden in de zomer en het Volksfeest Aalten in september, met onder meer de allegorische optocht.
Dinxperlo
Meest wezenlijk aan het dorp is de bijzondere grensligging: Dinxperlo vormt een tweelingdorp met het Duitse Suderwick; dat is al eeuwenlang zo. De ene kant van de Heelweg is Duits, de andere kant is Nederlands. Aanduidingen op het wegdek en kunstwerken langs de grens benadrukken de bijzondere positie van dit tweelingdorp. De overdekte brug over de Heelweg verbindt de verpleeghuizen in beide dorpen met elkaar; zo is sprake van een grensoverschrijdend woonzorgcentrum.
De term Dinxperwick is bedoeld om uitdrukking te geven aan de band tussen de twee grensdorpen. Er is een vriendschappelijke mix van twee culturen die met elkaar verbonden zijn en er is samenwerking op veel terreinen, zoals bij de kinderopvang en de ouderenzorg, de ambulancedienst en de politie. Er is zelfs een verkeersbord met de verzamelnaam voor de twee plaatsen: Dinxperwick. De ene helft van het bord is Nederlands ‘verkeersblauw’ met witte letters, de andere helft Duits: ‘verkeersgeel’ met zwarte letters. De ondertitel van het bord is ‘Grenzeloos Europa Grenzenlos’. Dit burgerinitiatief wil laten zien dat zij zich inwoners van Europa voelen en sterk met elkaar verbonden zijn, ook al wonen ze officieel in verschillende landen. Dankzij een bijna gelijk dialect, verstaat men elkaar prima. Ook bij het bewaren van cultureel erfgoed wordt samen opgetrokken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de dorpen gescheiden door prikkeldraad en houten palen. Smokkelen was de enige manier om de eindjes aan elkaar te knopen. Dinxperlo kent daarom veel sappige verhalen over vindingrijke smokkelaars. Vandaag de dag bestaat er nog veel aandacht voor dit gegeven, bijvoorbeeld in het Grenslandmuseum aan het Marktplein. De 17,5 kilometer lange GrenzenLos-wandelroute staat helemaal in het teken van smokkelaars en de douane. Langs de grensroute vind je de ‘budekes’ ofwel wachthuisjes en authentieke grensstenen.
Dinxperlo staat daarnaast bekend om ‘het kleinste kerkje van Nederland’, De Rietstap. Ook is het dorp geliefd bij Duitse dagtoeristen. Dat is op vrijdag tijdens de weekmarkt en tijdens de jaarlijkse Grensmarkt op Hemelvaartsdag goed te merken. Deze braderie op Nederlands en Duits grondgebied trekt jaarlijks duizenden bezoekers. De weekmarkt rondom de 16e eeuwse gotische kerk werd in 2018 winnaar van de landelijke wedstrijd om de Beste Markt van Nederland in de categorie middelgrote markten.
De Maurits Prinsstraat herinnert aan de oprichter van de Dinxperlose Tapijtfabriek. De dependance van de Deventer Tapijtfabriek was vanaf 1875 een belangrijkse werkgever in het dorp. De Joodse familie Prins heeft veel invloed gehad op de economische en sociale ontwikkeling van Dinxperlo en Suderwick en zorgde onder andere voor de aanleg van de spoorlijn tussen Dinxperlo en Varsseveld in 1904. De familie Prins is in de Tweede Wereldoorlog in een Duits concentratiekamp vermoord.
Bredevoort
Het kleine stadje Bredevoort was vroeger het bestuurscentrum van het oostelijk deel van de Achterhoek. Aalten, Winterswijk en Dinxperlo maakten lange tijd deel uit van de Heerlijkheid Bredevoort. Het gebied was door moerassen omgeven en daardoor uitstekend verdedigbaar. Op ’t Zand is de vorm van de middeleeuwse burcht uitgebeeld. Daar staat ook het beeldje van Hendrickje Stoffels, de vrouw van de later beroemd geworden schilder Rembrandt. Zij woonde hier als kind, voordat ze als dienstbode naar Amsterdam vertrok.
Het vestingpark Sint Bernardus is een prachtig park om in te wandelen. Je vindt er veel monumentale bomen en een verhoogd pad volgt de contouren van de voormalige vesting. De 18e eeuwse tuin die werd aangelegd na de ontmanteling van de achtergelegen bastions is nog grotendeels behouden gebleven. In de tuin zijn een 19e eeuws theehuisje, een kleine Lourdesgrot en tbc-kuurhuisjes uit het begin van de 20ste eeuw aanwezig. De tuin is eigendom van vereniging Bredevoorts Belang en wordt onderhouden door vrijwilligers. De voormalige kloostertuin is direct gelegen aan de Grote Gracht; beide zijn een rijksmonument. Het Sint Bernardushuis op ’t Zand geniet bescherming als gemeentelijk monument.
Het historische stadje staat vanaf 1993 bekend als Bredevoort Boekenstad. In het historische centrum waren antiquariaten, galeries en ateliers gevestigd en er werden grote boekenmarkten gehouden. Vooral in de jaren ’90 van de vorige eeuw overstelpten boekenliefhebbers uit binnen- en buitenland het stadje. Die periode is voorbij. Sinds 2017 profileert Bredevoort zich als Heerlijckheid Bredevoort, al is de boekenstad nog steeds een van de zes kwaliteiten. De vijf andere zijn historie, kunst en cultuur, groen, ambachten en gastvrijheid. Het nieuwe beeldmerk is gebaseerd op de stadsplattegrond, met daarin de zes bastions die de vesting ooit telde en wordt gebruikt voor promotie in de regio en het hele land.
De beltmolen De Prins van Oranje is gebouwd in 1870 op een hoge kunstmatige heuvel, een belt. Je ziet hem al van verre overal boven uitsteken. De Koppelkerk heeft geen kerkfunctie meer. De voormalige gereformeerde kerk profileert zich als de nieuwe vrijplaats voor kunst en cultuur in de Achterhoek. Het jaarlijkse lichtjesfestijn Bredevoort Schittert trekt altijd veel publiek, evenals de diverse zomerconcerten. Buiten de kern ligt de Slingeplas, een voormalige zandafgraving die zomers als recreatieplas in gebruik is.
Op ’t Zand vind je verschillende horecabedrijven. In het voormalige verzorgingshuis Sint Bernardus zit nu De Heerlyckheid, een hotel met brasserie en friterie. Bernardus is een historisch en beeldbepalend gebouw in Bredevoort met de status van rijksmonument. Ook bij middeleeuws restaurant Bertram en Stadsbrouwerij Borghman kun je de sfeer proeven, die aansluit bij het karakter van Bredevoort.
De Heurne
Ten noorden van Dinxperlo ligt het dorp De Heurne. Om verwarring met de buurtschap Heurne te voorkomen, spreekt men in de gemeente Aalten ook wel van de ‘Dinxperlose Heurne’. Heurne betekent ‘vooruitstekende punt’ (hoorn) van hoger gelegen land in een drassige omgeving. De naam verwijst naar een hoge, droge dekzandrug die bewoonbaar was. Gedurende de laatste ijstijd werd dit dekzand afgezet tijdens enorme zandstormen. In de kern staat de protestante Heurnse Kerk, gebouwd in de jaren 1906-1908. Het gebouw is markant gelegen op de hoek van de Lage Heurnseweg en de D.H. Keuperweg. Voor het godshuis staat een forse kastanjeboom.
In De Heurne vind je ook het kunstwerk Onder wijzen sporen in de tijd (2004) van de kunstenaar Hans Mes. Het 4,5 meter hoge beeld op de hoek Lage Heurnseweg/Nijmansdijk is gemaakt van staal en graniet. Het kunstwerk geeft beeldend gestalte aan de historie van De Heurne. Belangrijke elementen uit die historie zijn de voormalige spoorweg, het station aan het traject Varsseveld-Dinxperlo en de persoon van D.J. Keuper, alias Jan-Willem uut ‘t Goor. Hij was onderwijzer aan de lagere school, dichter, schrijver en dirigent. Door oude foto’s in een filmstrip te plaatsen creëerde Hans Mes een sterke visuele overeenkomst met de rails van de oude spoorweg. Zo wordt het spoor een traject in de tijd als een vorm, die dit gegeven visualiseert samen met de titel van het kunstwerk ‘Onder wijzen sporen in de tijd’. De oplopende boog van de rails gaat over in een tussen de rails gevatte tekst met de titel van het beeld. Daarmee vormt de tekst als het ware de inhoudelijke overgang tussen de beelden uit het verleden en het spoor door de tijd. Boven de tekst gaat de rail over in een filmstrip waarop het historisch fotomateriaal zichtbaar is. Overigens is de in 1904 geopende spoorverbinding tussen Varsseveld en Dinxperlo geen lang leven beschoren. Het reizigersvervoer stopte al in 1935 en in 1942 kwam er ook een einde aan het goederenvervoer omdat nazi-Duitsland rails en dwarsliggers goed kon gebruiken voor de oorlog aan het oostfront. Na de oorlog werd de lijn niet opnieuw aangelegd.
Basisschool De Höve in De Heurne heeft een eigen schoolbos. Hierdoor hebben de kinderen veel speelruimte tot hun beschikking. Rond de kern van De Heurne liggen verschillende rijksmonumenten waaronder de Teunismolen (dateert uit 1822), de voormalige Maalderij aan de Gelkinkweg, Ovink Ni-jhuus (markante boerderij uit 1786) en De Welsker (scholtenboerderij uit 1825). Ook de kerkenpaden ‘t Dieksen en het Bleikertpad én de Keizersbeek vind je in het buitengebied van De Heurne.
Wandelen en fietsen
De fietser en wandelaar kan in de gemeente Aalten zijn hart ophalen en volop genieten van natuur en cultuur. Onderweg wordt men gastvrij onthaald bij de vele horecagelegenheden, theetuinen, rustpunten en picknickvoorzieningen die de gemeente rijk is. Hieronder een keuze uit de tientallen routes door het boerenlandschap of de karakteristieke dorpen. De meeste wandel- en fietsroutes zijn verkrijgbaar bij de VVV in Aalten, Bredevoort en Dinxperlo. Routes voor de smartphone zijn te downloaden bij AbelLife. De code koop je dan weer bij de VVV.
Fietstochten
De Akkerranden- en Patrijzenroute: vijf fietsroutes langs bloeiende berm- en akkerranden, onder het motto ‘Langs bloemen, bijen en patrijzen’. De routes van verschillende afstanden, variërend van 19 tot 31 km, leiden door de buurtschappen Heurne, Haart, Lintelo, IJzerlo, Barlo, Dale. Kortom door het buitengebied van de gemeente Aalten. De bermen worden ingezaaid in het kader van het Akkerrandenproject. Drie verschillende mengsels worden gebruikt: een mengsel van de Wildbeheereenheid met extra zonnebloemen, een faunaweidemengsel en een patrijzenmengsel. Dit laatste heeft een positieve invloed op de patrijzenstand binnen het patrijzenproject. De patrijzentocht voert door een uniek stukje natuur: het Nationaal Landschap. Weilanden en akkers gescheiden door heggen of houtwallen. En bossen, in vorige eeuwen aangelegd door scholtenboeren en textielbaronnen. Tussendoor kom je slingerende beken tegen. Als je geluk hebt, kun je hier de patrijs, een zeldzame akkervogel, spotten. De routes zijn het hele jaar te fietsen, maar de bloeiende akkerranden zijn van eind juni tot eind september te zien.
Kunstroutes laten beeldende kunst in de openbare ruimte zien. Er zijn twee fietsroutes, van 21 en 37 kilometer, die lopen langs de buitenkunst in de gemeente Aalten. De gemeente kent een groot aantal buitenkunstwerken, verspreid over de kernen Aalten, Bredevoort en Dinxperlo. Ook in de kleine kernen en buurtschappen, waaronder De Heurne, IJzerlo, Barlo en ’t Klooster, zijn kunstwerken te vinden. Deze twee fietsroutes verbinden het natuurschoon van de gemeente met artistieke objecten die de gemeente rijk is. De fietser ervaart tevens de verhalen die achter de kunstwerken schuilgaan of de betekenis die de kunstenaar eraan gegeven heeft. Alle buitenkunst is vrij toegankelijk en in de meeste gevallen vanaf de weg te bekijken. Een enkele keer moet je van de fiets afstappen en een klein stukje lopen om het kunstwerk te kunnen zien. Maar dat is zeker de moeite waard! De route is verkrijgbaar bij de VVV’s in de gemeente.
De Onderduikroute voor fiets en auto is bij de VVV’s van Aalten en Dinxperlo verkrijgbaar en uiteraard bij het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog behoorde maar liefst 20 procent van de bevolking tot onderduikers. De twee fietsroutes leiden langs onderduiklocaties en vertellen je persoonlijke verhalen. Route A: Aalten-Barlo (20 km), Route B: IJzerlo-Dinxperlo-De Heurne (35 km). Het vertrekpunt is het Onderduikmuseum, Markt 12.
Er is een Kerkenpadenroute van 40 km. Deze route gaat over alle weer in gebruik genomen en gerestaureerde en opnieuw aangelegde kerkenpaden in de omgeving van Dinxperlo, De Heurne en Sinderen. De kerkenpaden, die vroeger de buurtschappen verbonden, waren door de ruilverkaveling meestal verdwenen. In diverse buurtschappen hebben vrijwilligers zich aangemeld om deze paden met medewerking van grondeigenaren weer in ere te herstellen en te onderhouden. Zo heeft de stichting ’t Olde Karrespoor, Fietspaden De Heurne e.o. de kerkenpaden ’t Bleikertpad en ’t Dieksken opnieuw aangelegd.
De route Nationaal Landschap (13, 20 of 26,5 km) en de Scholtengoederenroute (38 km) overschrijden de gemeentegrens. De informatieve routeboekjes zijn verkrijgbaar bij de VVV’s in de gemeente Aalten, Oost Gelre en Winterswijk.
Erfgoedroutes op de fiets
Twee Erfgoedroutes van ongeveer 35 kilometer verbinden het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Aalten met elkaar. De fietsroutes nemen je mee door het coulissenlandschap en langs archeologische vindplaatsen. Je maakt kennis met het typische Achterhoekse boerenland en er is aandacht voor de opkomst van de industrie en hiermee de ontwikkeling van het spoor. In Bredevoort hoor je meer over het vestingverleden van dit stadje. De bijzondere grensligging van Dinxperlo is een van de andere thema’s die aan bod komen. Net als de Tweede Wereldoorlog die een grote impact heeft gehad op de gemeenschap. Het rijke aanbod aan religieus erfgoed ontbreekt uiteraard niet op de erfgoedtochten. Onderweg krijg je informatie over de locaties die je passeert via routeboekjes, informatiepanelen, filmpjes of een mobiele website. De fietsroutes zijn verkrijgbaar bij de VVV’s in de gemeente.
Er zijn drie cultuurhistorische fietstochten die uitgebreid staan beschreven in de handzame boekjes van uitgeverij Matrijs: Aalten-Bredevoort, Dinxperlo-Aalten en Aalten-Winterswijk. Ze bevatten beschrijvingen van de natuur, cultuur en geschiedenis langs de route, vergezeld van veel kleurenfoto’s en uiteraard een routekaart. Als je meer wilt weten over het erfgoed van de gemeente Aalten, dan zijn deze aantrekkelijke boekjes zeker een aanrader; ze zijn verkrijgbaar bij boekhandel en VVV. De routes zijn 38 kilometer lang. Hier volgt een korte beschrijving van de drie boekjes:
De erfgoedroute Aalten-Bredevoort voert door het coulissenlandschap, kleinschalig en afwisselend. Je maakt kennis met de agrarische geschiedenis van dit gebied, fietst langs industriële monumenten, opvallende landschapselementen, sporen van de Tweede Wereldoorlog en verschillende religieuze bezienswaardigheden. En je passeert de historische centra van Aalten en Bredevoort. Deze plaatsen kennen een rijke historie, die teruggaat tot ver voor de jaartelling.
De erfgoedroute Dinxperlo-Aalten toont eveneens de schoonheid van het coulissenlandschap. Eeuwenlang ligt tussen Dinxperlo en Aalten al het grensgebied tussen Nederland en Duitsland: oude grenspalen en spannende smokkelanekdotes vertellen het verhaal van het leven op de grens. De route voert langs oude boerderijen, kerken en fabrieken. Vanaf 1855 was Aalten de enige plek in Nederland waar grootschalige hoornindustrie werd bedreven. En in Dinxperlo bloeide de tapijtindustrie.
In Aalten-Winterswijk komen de belangrijke thema’s voor het grensgebied aan bod, zoals werken over de grens, annexaties na de Tweede Wereldoorlog en oude smokkelroutes. Ook de textielindustrie in de Achterhoek wordt belicht. Winterswijk telde op het hoogtepunt zeven textielfabrieken. Onder andere de voormalige tricotfabriek en de overgebleven rails van de Borkense Baan verwijzen nog naar dit verleden.
Wandelen in Aalten
De Gängeskesroute Aalten is een route van 2,5 kilometer door de gängeskes van Aalten. Wat zijn gängeskes? Langs een paar uitvalswegen stonden in vroeger tijden kleine boerderijen. Daartussen lagen de goorden of tuinen van de bewoners. De verbindingen tussen de uitvalswegen en de tuinen waren gängeskes van twee kruiwagens breed. Het oude patroon van deze smalle paadjes is nog gedeeltelijk aanwezig. Ze dragen bij aan het bijzondere karakter van Aalten. De wandelroute staat beschreven in een informatief boekje dat verkrijgbaar is bij de VVV Aalten. Gängeskes Junior is de route speciaal voor kinderen.
‘Ook zij waren Aaltenaren’. Dat is de titel van een wandeling langs Stolpersteine en het verdwenen Joodse leven in Aalten. De Stolpersteine ofwel struikelstenen zijn kleine gedenktekens op de stoep voor huizen van Joden die omgekomen zijn in de Duitse concentratiekampen. Op de stenen zijn, in een messing plaatje, de naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en datum van overlijden van de vroegere bewoners gestanst. De Stolpersteine zijn geplaatst op initatief van de Stichting Vrienden van de Aaltense Synagoge. Stolpersteine is een internationaal project op initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig.
De Hoornroute in Aalten is een cultuurhistorische wandeling van 3 kilometer. De hoornindustrie in Aalten was uniek. Nergens anders in Nederland hebben hoorndraaierijen gestaan. Van buffelhoorn uit Azië en Zuid-Amerika werden lange pijpenstelen gemaakt en ook kammen, knopen, seinfluitjes, naaldenkokers en messenheften. Deze industrie kende een korte bloeitijd vanaf 1855 tot na de Tweede Wereldoorlog. De hoornroute voert langs de plekken waar deze industrie zich heeft gemanifesteerd. Dat kan een woonhuis zijn, een plek waar een fabriek staat of heeft gestaan, een straat, een plein, of een eerst gelegde steen. Aan de hand van het informatieve boekje komt deze geschiedenis weer tot leven. Start vanaf de VVV, Markt 14, waar ook het boekje verkrijgbaar is.
Wandelen in Bredevoort
Vestingstadroute Bredevoort, zo heet de 3 kilometer lange wandelroute langs het vestingverleden van Bredevoort. Zowel in beeld als in geluid wordt het verhaal van de geschiedenis verteld. Cortenstalen ribben in de restanten van de onderwal, ter hoogte van het bastion Treurniet, geven de contouren van de vesting van destijds aan. Vanuit de trappalen op diverse plekken klinken de verhalen over de gebeurtenissen uit een glorieus verleden.
De Borgmantocht is een wandeling door de smalle straatjes van de historische stadskern. In de Middeleeuwen beschermden de borgmannen (ridders, adellijke leenmannen) de graven van het kasteel van Bredevoort en de inwoners van het vestingstadje. In Bredevoort zijn er nog enkele borgmanhuizen; ze zijn nu een rijksmonument. Het routeboekje geeft aardige informatie over de borgmannen. De Borgmantocht is er ook als speurtocht voor kinderen, waarbij ze letters moeten verzamelen langs de borgmanhuizen; op het eind vinden ze een zwaard. Ook de Kabourroute maakt mooie plekken en verhalen in Bredevoort zichtbaar voor kinderen. Al deze routes zijn verkrijgbaar bij de VVV in Bredevoort.
Wandelen in Dinxperlo
De 17,5 kilometer lange GrenzenLos-route vormt een grensbelevenis vol sporen uit vervlogen tijden: De Duits-Nederlandse wandelroute maakt de bijzondere geschiedenis van de grensdorpen Dinxperlo en Suderwick tastbaar. Aanduidingen op het wegdek, kunstwerken langs de grens en twee Büdeken benadrukken de bijzondere positie van dit dorp. De Büdeken, moderne varianten van de voormalige grenswachtershuisjes, brengen de geschiedenis aan de hand van informatieborden tot leven. Je komt de grenswachtershuisjes onderweg tegen. Tot de grenzen in heel Europa opengingen, was smokkelen een zeer lucratieve zaak. Drie bronzen beelden herinneren aan deze tijden: de man met de haan, de douanier op zijn post en de smokkelaar voor de gesloten slagboom. Ook het Grenslandmuseum ligt op de route. Er zijn twee startpunten: aan Duitse zijde start men bij TOP Brüggenhütte (Toeristisch Oriëntatiepunt), in Nederland bij TOP Welinkbos.
Musea, verzamelingen en galerieën
Aalten is een kleine gemeente in het Achterhoekse land, maar er zijn relatief veel musea. De volgende exposities – van uiteenlopende aard – zijn zeker de moeite waard om te bezoeken. Enkele bestaan uit verzamelingen, de hobby van bevlogen inwoners.
Nationaal Onderduikmuseum
Het Nationaal Onderduikmuseum aan de Markt 12 in Aalten geeft een beeld van het dagelijks leven van burgers in de Tweede Wereldoorlog. In de gemeente Aalten is destijds een hoog aantal onderduikers ondergebracht, per hoofd van de bevolking zelfs de meeste onderduikers van heel Nederland! De inwoners speelden een belangrijke rol in het verzet. In het museum zijn de verhalen van mensen in oorlogstijd interactief te ervaren. Hier beleef je hoe het dagelijks leven voor hen totaal veranderde en voor welke keuzes mensen werden gesteld, hier bemerk je dat er bij ‘goed of fout’ veel nuances mogelijk zijn. Het huis, een rijksmonument, is naar de sfeer van de bezettingsjaren 1940-1945 ingericht. De originele onderduikplek en de schuilkelder zijn beide nog toegankelijk.
Die geschiedenis mag niet vergeten worden en is nog steeds actueel. De missie van het Nationaal Onderduikmuseum is dan ook om bezoekers – jong en oud – aan te zetten tot reflectie en bezinning op verschijnselen als racisme, fascisme en discriminatie in het verleden, heden en mogelijk ook in de toekomst. Mede vanwege de grensligging streeft het museum ernaar de euregionale contacten tussen Duitsers en Nederlanders te bevorderen. Ontmoetingen tussen Duitse en Nederlandse scholieren worden daarom via een tweetalige presentatie en lespakketten gestimuleerd.
Het museum trekt ongeveer 20.000 bezoekers per jaar, draait met hulp van vrijwilligers en is beloond met de Gelderse Pauwenveer 2018 door het Prins Bernhard Cultuurfonds Gelderland. De prijs wordt tweejaarlijks toegekend aan een instelling die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van cultuur of natuur in de provincie Gelderland. De bekendmaking is op 9 november 2018.
Frerikshuus en Dorpsboerderij
Naast het onderduikthema verhaalt het museum ook over het leven en werken van een gemeenschap door de tijd heen. In het naastgelegen statige herenhuis Frerikshuus aan de Markt 14 en de daarachter gelegen oude Dorpsboerderij (beide rijksmonumenten), wordt de geschiedenis van Aalten en omgeving getoond. Deze gaat terug tot de prehistorie en laat de agrarische ontwikkeling van deze streek en de overgang naar het industriële tijdperk zien. Ook is er een compleet ingericht klaslokaal uit vroeger tijden.
De geschiedenis van de textielindustrie, die in verbinding staat met de Euregio, is heel belangrijk geweest voor de ontwikkeling van Aalten. In de textielkamer is een permanente expositie ingericht. Een schat aan informatie over de historie en ontwikkeling van de Aaltense textielindustrie blijft hiermee voor het nageslacht bewaard en zichtbaar voor een groot publiek. Ook is er een speciale wandelroute ontwikkeld, waarin de economische bloeiperiode van de textielindustrie in Aalten op een bijzondere manier tot leven komt. Zo is de stoomweverij aan de Hofstraat bewaard gebleven.
Bijzonder is ook de hoornindustrie die van 1855 tot midden vorige eeuw floreerde en uniek was in Nederland. ‘Duitsche pijpen’, wandelstokken, knopen en kammen waren de voornaamste producten. Ook hiervan is een speciale wandelroute gemaakt. De hoornroute voert langs plekken waar de hoornindustrie in Aalten zich heeft gemanifesteerd.
In de oude Dorpsboerderij wordt door de inrichting en de agrarische collectie duidelijk hoe de boeren vroeger leefden en werkten. Veel van wat zij nodig hadden in het dagelijks leven werd zelf gemaakt, van boerenkarren tot bedsteden en weefgetouwen. De werkzaamheden op de bedrijven waren direct verbonden met de voorzieningen en fabrieken in het dorp. Ook waren er verbindingen over de grens. Zeldzaam is de complete radmakerij.
Grenslandmuseum
Aan het Marktplein in Dinxperlo is het Grenslandmuseum gevestigd in een van de oudste panden van Dinxperlo, een voormalige dorpsboerderij uit 1787. Het museum is gewijd aan het wonen en werken in de grensstreek. Als ergens de bijzondere grensbeleving te vinden is, dan is het in tweelingdorp Dinxperlo-Suderwick, door de plaatselijke bevolking ook wel ‘Dinxperwick’ genoemd. Dwars door deze twee dorpen loopt de landsgrens over de stoeprand. Die grens heeft het leven aan beide zijden sterk beïnvloed. Logisch dat hier veel spannende, maar ook tragische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. In het Grenslandmuseum beleef je het ontstaan van die grens, het werk van de douane, de enorme gevolgen van de beide wereldoorlogen, de grenshandel en de huidige samenwerking tussen de dorpen.
De collectie bestaat uit authentiek materiaal, zoals documenten, foto’s, uniformen, douane-voorwerpen, smokkelwaar, in beslag genomen goederen en wapens, smokkeltrucs en opgetekende verhalen. Ieder jaar stelt het Grenslandmuseum, naast de vaste tentoonstelling, ook enkele wisselexposities samen. Het gebouw is een rijksmonument met vakwerk en is in de oude stijl gerestaureerd.
Achterhoeks Oldtimer Museum
Han Veerbeek, de gepensioneerde garagehouder uit Varsseveld (Daihatsu Autobedrijf Veerbeek) heeft zijn interesse in auto’s voortgezet in de vorm van een privé-verzameling oldtimers en klassiekers, aangevuld met enige nostalgie in het Achterhoeks Oldtimer Museum in Dinxperlo. Het betreft ruim 30 oldtimers uit de periode 1920 tot 1940, zoals een T-Ford, A-Ford, Peugeot 201 en Austin Seven Ruby, alsmede meer herkenbare klassiekers uit de periode 1950-1985, waaronder natuurlijk enkele Daihatsu’s. Het oudste exemplaar is een T-Ford uit 1922. De verzamelaar kan mooi vertellen over zijn oldtimers en volgt daarbij de Gao-route of het Kuier-pad in het pand. ,,Vaak hoor ik mensen zeggen: Mijn vader of mijn opa had ook zo’n auto’’, vertelt Han Veerbeek tijdens de rondleiding.
Er is meer nostalgie te bewonderen in het museum. Oude bromfietsen en motoren, oude radio’s, naaimachines, strijkijzers, worstmolens, dashboardklokken, helmen, reiskoffers, oldtimerliteratuur, merkplaatjes, een brandbluswagen uit de Lundia-fabriek, enzovoort. Verder een handbeschilderde wand van Varsseveldse beelden vóór 1940 en een unieke fotocollectie over het Achterhoekse leven op het platteland – omstreeks 1930-1950 van historicus Gerard Bruil. Voorheen was deze collectie uitgestald in museumboerderij Het Hofshuus in Varsseveld. Han Veerbeek (1946) begon zijn hobby in een schuur in Varsseveld, maar de ruimte werd al snel te klein. Sinds medio 2017 is hij neergestreken op bedrijventerrein De Rietstap in Dinxperlo, Meniststraat 33, op circa 50 meter afstand van het kleinste kerkje van Nederland.
Museum Ruesink
Museum Ruesink is te vinden op boerderij ’t Westendorp, aan de Westendorpweg 2 in de buurtschap IJzerlo. Verschillende verzamelingen zijn hier opgesteld: antieke poppen- en kinderwagens; maar liefst 3.000 antieke strijkijzers; een grote variatie aan wekkers en koffiekannen; en de grootste collectie grijs gewolkt emaille in Nederland. Bezoekers zijn van harte welkom om de boerderij te bezoeken, maar alleen op afspraak en vanaf tien personen. Het museum is een initiatief van Joke en Erik Ruesink. Het enthousiaste boerengezin is ook de organisator van de jaarlijkse Farm & Country Fair in juni. Het evenement voor liefhebbers van het buitenleven is gebaseerd op de bekende Engelse plattelandsshows. Het publiek komt hier in aanraking met de landbouw en het plattelandsleven. Boeren presenteren lekkernijen van hun eigen erf en vertellen hier alles over. Door de vele kinderactiviteiten en honderden dieren betekent de Farm & Country Fair een leuke dag voor elke leeftijd. Het evenement in de buurtschap IJzerlo wordt altijd gehouden op de velden langs de Dinxperlosestraatweg. Tienduizenden bezoekers weten jaarlijks het evenement te vinden.
Boerderijmuseum De Neeth
Boerderijmuseum De Neeth in de buurtschap Barlo is gevestigd in de Schoppe, een uit 1910 daterende schuur die grotendeels in oude staat is gebleven. De schuur hoort bij de naast gelegen boerderij De Neeth uit 1914. Een verzameling gebruiksvoorwerpen voor huishoudelijk- en boerenwerk is hier bijeengebracht. Deze geven een goed beeld van de manier waarop de bevolking vroeger in de Achterhoek leefde en werkte. Zoals een gezellige boerenkeuken met een authentieke klaverblad houtkachel; traditionele kledij en linnengoed van 1850 tot 1950; kleine en grote landbouwwerktuigen zoals een dorsvlegel, houtboor en een staartploeg; een verzameling was- en strijkbenodigdheden; een slaapkamer uit de jaren ’30-’40; een collectie knipmutsen en geëmailleerde pannen en potten. De verzameling is de hobby van de familie Sonderlo.
Op het terrein vind je ook een speeltuin, een pannenkoekhuis en een Kannenhuuske met een verzameling koffiekannen. In ’t Hoekendaalshuusken bevindt zich een uitgebreide toiletpapierverzameling. Dit alles en nog veel meer is te bewonderen op de woensdagmiddag in de maanden juli en augustus. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, heeft de familie Sonderlo daarnaast nog een gewone boerderij (kinderen kunnen kijken bij de kalfjes of de melkrobot), een zorgboerderij en vanaf het kampeerseizoen 2019 ook een camping. De Neeth is gelegen aan de knooppunten-fietsroute in het buitengebied tussen Lichtenvoorde en Aalten. Het boerderijmuseum is vrij toegankelijk op de woensdagmiddag in juli en augustus en is verder alleen open op afspraak. Het is gesloten van 1 oktober tot 1 april.
Wakel Slat
Bijzonder is Wakel Slat in buurtschap De Haart in Aalten. Een soort klein openluchtmuseum in een groene omgeving. Dertien gebouwen en bouwwerken in een authentieke en groene omgeving vertellen de geschiedenis van de agrarische samenleving uit vroeger tijden. Zo is er een radmakerij, een smederij, de werkplaats van een klompenmaker, een ruimte met weefgetouw, een bijenstal (iemenschoer) en een bakhuisje. En een verzameling gereedschappen en machines uit de beginperiode van de mechanisatie, die het werk van de boer gemakkelijker moesten maken. De betekenis van de opmerkelijke naam Wakel Slat? Het zijn twee dialectwoorden die verwijzen naar het landschap van vroeger: een jeneverbes en een drassige laagte. Het museum is een initiatief van de familie Te Bokkel en is alleen op telefonische afspraak voor groepen vanaf tien personen te bezoeken (0545-451690).
Koppelkerk
Het pittoreske centrum van Bredevoort met zijn nauwe straatjes en eeuwenoude panden lijkt wel op een openluchtmuseum. Nog altijd nemen boeken een plaats in het straatbeeld in, want vanaf 1993 staat Bredevoort bekend als Boekenstad.
De Koppelkerk werd in 2013 aangewezen als gemeentelijk monument. De voormalige gereformeerde kerk profileert zich als dé nieuwe vrijplaats voor kunst en cultuur in de Achterhoek. Het culturele programma rust op drie pijlers: kunsten, boeken en verdieping. Overdag is de Koppelkerk een podium voor beeldende kunst met wisselende exposities, ’s avonds een podium voor muziek en theater. Boekhandels uit Bredevoort vullen de boekenkasten. Daarnaast treden schrijvers en dichters op in het Literair Café en vinden er boekenbeurzen plaats. Elke derde zondag van de maand is er een boekenmarkt op het buitenterrein van de Koppelkerk. Verdieping is de derde pijler. Regelmatig zijn er lezingen in het Kenniscafé, die aansluiten bij grote exposities in het land. Maandelijks zijn er de Tegenlicht Meet Ups: discussies over urgente, maatschappelijke thema’s.
Bernarduspad is een buitenexpositie waarin fotografie, beeldende en literaire kunst samenkomen in de tuin van Sint Bernardus, ook wel het Bernarduspark geheten. De expositie is een initiatief van het Oostgelders Fotografen Collectief en wordt jaarlijks vernieuwd.
Bedrijven in de gemeente Aalten
Er is volop bedrijvigheid in de gemeente. Aalten en Dinxperlo hebben beide een groot bedrijventerrein; ook in Bredevoort en in het buitengebied zijn ondernemingen gevestigd. Hieronder vind je enkele ambachtelijke (familie)bedrijven én innovatieve en technische bedrijven die wereldwijd opereren. Bedrijven in de smart industry, waar de Achterhoek zo goed in is. Smart industry staat voor de digitalisering van de innovatieve maakindustrie, waardoor de efficiëntie, de flexibiliteit en/of de kwaliteit van het werk verbetert. Die bedrijven zijn uiteraard ook in de gemeente Aalten te vinden. De van oudsher bekende bouwondernemingen staan eveneens in het overzicht.
Klompenmakerij Krajenbrink, De Heurne
Sinds 1891 worden in De Heurne houten klompen gefabriceerd door de familie Krajenbrink: authentieke Gelderse rondneuzen. Wat begon als een nevenactiviteit van het boerenbedrijf, groeide uit tot de belangrijkste pijler. Tegenwoordig is Klompenmakerij Krajenbrink één van de grootste producenten van houten klompen ter wereld. Niet alleen draagklompen verlaten de machinale afdeling en de lakkerij; een steeds groter deel van de productie bestaat uit (klomp)souvenirs en gebruiksartikelen.
Henk Krajenbrink is de vierde generatie van de klompenmakersfamilie. Op zijn zesde hielp hij zijn vader al bij het maken van klompen; inmiddels zit hij ruim 40 jaar in het vak. Vier decennia geleden waren er al wel machines, maar de echte automatisering heeft pas in de jaren tachtig doorgezet. Er is geen opleiding tot klompenmaker en ook cursussen zijn er nauwelijks. Het is een vak dat van vader op zoon wordt doorgegeven. Gelukkig zit het klompenmaken bij Henk Krajenbrink in de genen.
Marijke Krajenbrink heeft de operationele leiding in de klompenmakerij. Op afspraak geeft het echtpaar graag een rondleiding door hun bedrijf. In ongeveer anderhalf uur wordt het complete productieproces van de klomp getoond. Henk vertelt honderduit over de keuze van een boomstam tot het afwerken met lak. De rondleiding eindigt met een bezoek aan de winkel. In een hoek is een klein museum ingericht met gereedschappen van vroeger.
Keukenproducent Bribus, Dinxperlo
Keukens op maat, voor elke doelgroep en elk budget. Dat is Bribus. Of het nu gaat om een serie keukens voor een nieuw appartementencomplex of een bestaande keuken die moet worden vervangen: Bribus regelt het, van advies en ontwerp tot en met de begeleiding van huurders of kopers, de levering, installatie en service. In 1929 begon Hendrik B. ten Brinke samen met zijn zwager Jan Bussink een timmerfabriek in zijn geboortedorp Dinxperlo, genaamd Ten Brinke en Bussink. De werkzaamheden bestonden toen uit het normale timmerwerk en het had met keukens nog niet veel van doen. In 1958 werd een echte keukenfabriek opgestart: Bribus Keukens. In 2009 betrok Bribus, aan de overkant van de Industriestraat, een nieuw pand met in totaal zo’n 20.000 m². In 2014 lanceerde Bribus een nieuw keukenprogramma: Bribus Eco. Deze serie is gemaakt van lichtgewicht spaanplaat, waarbij de dek- en onderlaag zijn gemaakt van FSC®-houtspaanders. Zeer milieuvriendelijk en dankzij een gewichtsreductie van maar liefst 30% ook eenvoudiger te hanteren tijdens transport en montage. De Eco-lijn garandeert dus kasten van duurzaam materiaal. De weg hiernaar toe is eveneens duurzaam, want de Eco-keukens worden met groene stroom geproduceerd.
In juli 2018 is het dan bijna 90-jarige bedrijf overgenomen door het Zweedse Nobia, een Europese marktleider op keukengebied. Bribus blijft gewoon in Dinxperlo gevestigd, maar wordt onderdeel van het grote concern vanwege een sterkere concurrentiepositie. Ook de huidige directie zal actief blijven binnen het nieuwe bedrijf. Bij de onderneming werken ongeveer 270 mensen. Bernhard ten Brinke, de derde generatie, zit ook nog in het bedrijf. Velen kennen hem als succesvol coureur van de spectaculaire Dakar-races. Voor zijn trouwe fans heeft hij een eigen site.
Klomps Bouwbedrijf en de KlaassenGroep
De Achterhoek is van oudsher sterk vertegenwoordigd in de bouw. Twee bekende bouwondernemingen in de gemeente Aalten zijn de KlaassenGroep en Klomps Bouwbedrijf in Dinxperlo.
Klomps’ werkgebied is voornamelijk de Achterhoek, zo laat de reeks op de website zien. Klomps Bedrijf, in 1956 opgericht door Herman Klomps senior, is voortgekomen uit een stukadoor- en metselbedrijf waarvan het ontstaan teruggaat naar eind 19e eeuw. In 1974 neemt Herman Klomps junior het bedrijf, dat in de tussentijd was uitgegroeid tot een bedrijf met circa vijftien mensen, over van zijn vader. De jaren hierna leiden tot een groei in zowel mensen als in bouwproductie. In de jaren tachtig en negentig wordt de projectontwikkelingstak toegevoegd. Hiermee zorgt het bouwbedrijf voor haar eigen bouwproductie naast de productie die voortkomt uit een vaste klantenkring in het bedrijfsleven, bij de woningbouwverenigingen en in de particuliere sector.
Begin 21ste eeuw komt Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries erbij. Dit bedrijf, dat dan meer dan 125 jaar bestaat, heeft onder andere haar specialisatie in de restauratiesector. In 2007 neemt Bram Klomps, de zoon van Herman Klomps junior, de zaak over. Actueel is het duurzaam, energiezuinig en energieneutraal bouwen.
De KlaassenGroep is een groot allround bouwbedrijf (‘fullservice ontwikkel- en bouwregisseur’) met opdrachten in heel Nederland en ook een vestiging in Arnhem. Utiliteitsbouw (onderwijs, zorg, bedrijfsruimten, kantoren) en renovatie van woningen staan op het programma. Kortom, de KlaassenGroep doet (bijna) alles en claimt de eerste te zijn met de bouw van NotaNul sociale huurwoningen in de Achterhoek: woningen aan de DRU-laan in Ulft op het DRU Industriepark. Bij het ontwerp speelden lage woonlasten, duurzaamheid en wooncomfort een grote rol. Door de woning ‘all-electric’ in te richten is er geen gasaansluiting nodig. Om de energierekening naar ‘nul’ te brengen zijn de woningen voorzien van o.a. een luchtwarmtepomp, lage temperatuursverwarming en zonnepanelen. De zeer goede isolatie moet warmteverlies voorkomen.
Hoe is de KlaassenGroep ontstaan? De in 1826 geboren Johannes Wilhelmus Klaassen ging op 17-jarige leeftijd bij timmerman Jan Roeterink in De Heurne zowel in de leer als in de kost. In mei 1847 vertrok Johan naar Bocholt, waar hij zich verder in het vak bekwaamde. In 1851 keerde hij terug naar zijn ouderlijk huis aan de Heelweg in Dinxperlo om zelf een timmerwinkel op te zetten. In datzelfde jaar was hij als timmerman betrokken bij werkzaamheden aan de St.-Michaels kerk in Suderwick. 1851 wordt gezien als het jaar van oprichting van de KlaassenGroep. Bij een restauratie in 1954 stuitten Johan Klaassen en Herman Roeterink op een inscriptie aan de binnenkant van de steen van de altaarvoet. Hierop was te lezen: ‘Opgemaakt door Hendrik Roeterink en Johan Klaassen Anno 1851’.
In de eerste jaren bestonden de werkzaamheden vooral uit kleine opdrachten van de gemeente Dinxperlo. In 1902 vestigde Johan’s zoon Hendrik Klaassen zich als timmerman en aannemer in Dinxperlo. Klaassen bouwde in die jaren diverse stations- en tramgebouwen, onder meer in Dinxperlo en Lichtenvoorde en het postkantoor in Dinxperlo. Een vast gezegde in die jaren was: ‘Als Klaassen iets in mekaar timmert, geet ‘t nooit meer kapot’.
Beele Engineering, Aalten
Beele Engineering is specialist in passieve brandveiligheidssystemen. Dat zijn systemen waarmee de verspreiding van brand, rook, water en gassen via kabel- en buizeninstallaties wordt voorkomen. De producten worden wereldwijd toegepast in de bouw, grond-, weg- en waterbouw; in de farmaceutische, petrochemische en it-industrie. Met de superieure afdichtingstechnologie is het bedrijf uitgegroeid tot de onbetwiste nummer één in dit specifieke vakgebied. Hans Beele bouwde vanuit Aalten aan deze stevige internationale positie. Aan de Vierde Broekdijk is een modern geoutilleerd machinepark voorhanden. Zijn levenswerk, 45 jaar kennis en ervaring op het gebied van afdichtingstechnologie, wil Beele doorgeven in Sealing Valley. Een campusachtige omgeving waar kennis op het gebied van afdichtingstechnologie wordt uitgedragen en overgedragen aan jonge techneuten, professionals installateurs, brandweerlieden en iedereen die op de een of andere manier betrokken is bij of verantwoordelijk is voor brandwerendheid en -dichtheid.
Directeur Hans Beele in de Gelderse Post (maart 2018): ,,Het doel van Sealing Valley is om de verworven kennis over te dragen, om jonge mensen op te leiden die het bedrijf voortzetten, hier in Aalten. Het is vastgelegd dat het bedrijf in de Achterhoek blijft. Het is mijn nalatenschap voor de Achterhoek, waar de sociale controle, het naoberschap en de veiligheid nog volop aanwezig zijn.’’
Op zoek naar vakmensen in de Vacaturekrant (april 2018) roemt hij de regio nog verder. ,,De Achterhoek heeft alles in zich. Ruimte, onderwijs, begrip voor de wensen van ondernemers en bovenal: een uitstekende inzet en verbondenheid. Daarom hebben we ervoor gekozen om juist hier de Nederlandse variant van Silicon Valley te maken. Hier leggen we de basis voor verdere groei en uitbreiding; het fundament voor weer volgende generaties.’’
Monasso, Aalten
Een opmerkelijk ambachtelijk bedrijf in Aalten is Monasso, specialist in graniet en terrazzo sinds 1896. De familie Monasso is afkomstig uit een klein bergdorp in Noord-Italië, Travesio in het district Castelnovo del Friuli. Het ambacht dat zich sinds honderden jaren ontwikkelde, heeft Friuli beroemd gemaakt. De gebroeders Monasso leren het terrazzovak in Venetië; daarna vertrekken ze uit Italië. Na enige omzwervingen in Oostenrijk en Duitsland strijkt het Italiaanse vakmanschap in 1896 eerst neer in Bocholt en vervolgens in Aalten, van waaruit de broers het terrazzo in de Achterhoek introduceren. Op ambachtelijke manier worden onder meer vloeren, aanrechtbladen en gootstenen vervaardigd. Kleine stukjes graniet, kalksteen of marmer worden door cement gemengd. Dit mengsel wordt in bepaalde patronen op een ondervloer gestort. Hierna wordt de vloer geschuurd en gepolijst. Machines en elektrisch slijpgereedschap gebruiken ze dan nog niet. Terrazzovloeren worden op de plaats zelf gelegd en dat is zwaar werk. Gootstenen, tafelbladen, trappen en dergelijke worden in de werkplaats gemaakt met behulp van mallen en naderhand in keuken of hal aangebracht.
In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw raakt het terrazzo uit de mode. Maar de consument heeft de waarde van het product opnieuw ontdekt. Terrazzo-producten zijn trendy. Het bedrijf in Aalten wordt nu geleid door een kleinzoon van Giovanni Monasso. Oude technieken worden gecombineerd met het gebruik van moderne machines en betontechnologie om de klant een mooi product te leveren. Natuursteen is stijlvol, hoogwaardig en duurzaam.
Vaags Molenwerken, Aalten
Vaags Ambachtelijke Bedrijvengroep staat voor een groep van drie ambachtelijke bedrijven: het molenbouwbedrijf Vaags Molenwerken, het constructiebedrijf en de smederij Vaags Molentechniek en de houtzagerij Agneta. Vaags heeft met deze unieke bedrijvencombinatie alle benodigde disciplines in huis op het gebied van molenbouw, traditionele bouwwerken en ambachtelijke producten. Het is een echt Achterhoeks ambachtelijk bedrijf dat zich sinds 1904 in de molenbouw- en restauratie heeft gespecialiseerd. Alle wind- en watermolens in de Achterhoek en de Liemers hebben ze al eens onderhanden gehad. De geschiedenis van het huidige familiebedrijf gaat terug tot 1904, het jaar waarin Hendrik ten Have zijn molenmakerij in Aalten begint. Medewerker Henk Vaags zet het bedrijf in 1970 voort, vanaf 1974 onder de naam Vaags Molenwerken. Al snel wordt Henk Vaags bekend als ‘de horlogemaker van de molenbouw’. Tandwielen van Henk Vaags zijn door het hele land, en ver daarbuiten, te vinden. De ervaring die hij in de maalderijen had opgedaan, bleek een prachtige combinatie te zijn met de traditionele molenbouw. Veel molens werden hersteld en weer ingericht als productiemolen voor consumptiemeel. Deze combinatie van oude glorie en hedendaagse techniek gaf veel molens (en molenaars) weer een bestaansrecht.
De drie zonen van Henk Vaags – Gerben, Martijn en Walter – hebben nu de leiding en beschikken gezamenlijk over de complete expertise om het complexe vak van molenbouwer te kunnen beoefenen. De hout- en metaalbewerking vindt steeds meer plaats op basis van computertekeningen, maar in de uitvoering komt het nog steeds aan op de geoefende ogen en handen van de vakmensen.
Aaltense bedrijven die wereldwijd opereren
Ottevanger Milling Engineers is een toonaangevende internationale leverancier van productieapparatuur en verwerkingslijnen voor de graanverwerkende en mengvoederindustrie. Het bedrijf werd opgericht in 1909 en is tot op de dag van vandaag een onafhankelijk Nederlands bedrijf in particulier eigendom, dat nu wordt geleid door de vierde generatie Ottevangers. Op de productiefaciliteiten in Aalten en Moerkapelle worden de nieuwste technologieën toegepast.
Kaemingk is een internationaal bedrijf dat creatieve decoratieartikelen voor huis en tuin produceert en levert. De showrooms van de groothandel zijn gevestigd aan de Broekstraat in Aalten, op bedrijventerrein ’t Broek.
Betting Wonen, Bredevoort
Het bekendste bedrijf in Bredevoort is misschien wel Betting Wonen, een regionaal bekende totaalzaak op het gebied van wonen en slapen. In 1935 ging de firma Betting van start in het pand op ‘t Zand 21. Willem Betting is zeventien jaar als hij dagelijks met zijn transportfiets de boer opgaat om ‘kleeraozje’ te verkopen. Uit een prijslijst uit de jaren 1935-1945 kunnen we opmaken in welke spullen Willem Betting handelde: nachtjaponnen, banddoeken, gordels, bustehouders, sokophouders, kaartjes stopwol, knotten sajet, herenhoeden et cetera. De geschiedenis van het familiebedrijf is een interessant verhaal (link). Marcel Betting, de tweede generatie, is nu directeur van Betting Wonen.
Dutch Button Works, Bredevoort
Een terugblik in de historie. Van 1924 tot 1976 dreef de werkgelegenheid in het vestingstadje op de hoornindustrie. Bij het stationnetje van Bredevoort arriveerden wagonladingen vol met buffelhoorns uit India. Ze waren bestemd voor Dutch Button Works, de knopenfabriek van Willem te Gussinklo uit Aalten. Er werden miljarden knopen gemaakt, later ook wandelstokken, luizenkammen en knopen van parelmoer. Het bedrijf was zo succesvol dat het een internationale onderneming werd. Op haar hoogtepunt had de fabriek 300 mensen in dienst, een actieve personeelsvereniging met o.a. een eigen voetbalteam, zwem- en reisvereniging en een eigen muziekvereniging. Bekijk hier het filmpje over Dutch Button Works, dat deel uitmaakt van het erfgoed van de gemeente Aalten.