Berkelland Landschap

Het landschap van Berkelland

Berkelland heeft – ondanks de groei van de kernen Eibergen, Neede, Borculo en Ruurlo – nog altijd een zeer uitgestrekt landelijk gebied met een groot aantal boerderijen. Vergeleken met andere delen van Nederland heeft de gemeente een lage bevolkingsdichtheid. Dit betekent dat het landschap relatief ‘leeg’ is. Rond de oude kernen zijn globaal vier landschapstypen te vinden: velden, oud cultuurland, broekontginning en beekdalen. Het Gelders Genootschap heeft ze uitgebreid beschreven in de Cultuurhistorische Gebiedsbeschrijving van de gemeente Berkelland. Hier volgt een samenvatting.

Velden

Een veld kan betrekking hebben op zowel hoge en droge gebieden, als op hooggelegen drassige moerassen. Dit is met name van toepassing op Berkelland, omdat in deze gemeente op hoger terrein, plekken voorkomen die juist opvallend drassig zijn. Dit heeft te maken met een moeilijk doorlaatbare laag in de ondergrond.
In de 19e en 20ste eeuw heerste bij de overheid de gedachte dat de economische waarde van woeste gronden verbeterd moest worden. In die tijd startte de planmatige ontginning van de voorheen lege grond. In Berkelland komen grote en kleine veldontginningen voor; meestal starten ze vanuit de dorpen. Een voorbeeld van een grote ontginning is de Holterhoek bij Eibergen. De strakke lijnen die gebruikt werden als ontginningsassen, bestonden soms uit oude veedriften (dieken) of landweren die al een relatief recht verloop hadden. Men beplantte de heidevelden met bos of de heide werd omgezet in weidegrond. De zo kenmerkende kronkelende zandpaden die de woeste gronden typeerden, verdwenen in veel gevallen.
Andere voorbeelden zijn: het Beltrumse Veld, Eibergse Veld, Hupselse Veld, Olden Eibergse Veld, Zwolsche Veld, Holterhoek, Needse Achterveld, Noordijksche Veld, Rekkens Veen en Bellegoor.

Oud cultuurland

Het oud cultuurland is in gebruik vanaf de vroege Middeleeuwen. Men vestigde zich toen bij voorkeur op de overgangen van hoog naar laag landschap en profiteerde op die manier van beide landschappelijke eigenschappen. Door de eeuwenlange bemesting met heideplaggen, huisvuil en mest zijn bolle akkers gevormd. Deze akkers worden essen genoemd. Op meerdere plaatsen werden de bouwlanden gezamenlijk gebruikt. De boeren bouwden hun boerderijen aan de randen. Hierdoor ontstonden de ‘krans-es’ nederzettingen. Een mooi voorbeeld van het essenlandschap is Hupsel. Ook rondom de Needse Berg verrezen buurtschappen als Lochuizen, Neede, Noordijk en Ruwenhof. Het kleinschalige karakter en de kransbebouwing is door ruilverkaveling echter op veel plaatsen verdwenen.

Essenlandschap ligt vaak hoog. Kenmerkend zijn de openheid, steilranden en de begrenzing met wallen en beplanting. Essen die behoorden tot één eigenaar worden kampen genoemd. Het zijn kleinere open akkers met aan de rand een boerderij. Het kampenlandschap bestaat uit meerdere open plekken die zijn omringd door houtwallen, houtsingels, struwelen en heggen. Het landschap heeft kleine hoogteverschillen. De wegen zijn kronkelig en vaak beplant met eiken.

In Berkelland staan in dit type landschap veel traditionele hallehuis-boerderijen. Dit type dateert van oorsprong uit de late Middeleeuwen. De hoofdopzet bestaat uit een rechthoekig gebouw met voorin een woongedeelte. Achter de stenen brandmuur bevindt zich het bedrijfsgedeelte. De constructie bestaat uit drie delen. Het hoge middendeel werd gebruikt als werkruimte, waar men het graan dorste. Onder de lage zijbeuken stond het vee. De ruimten werden ook gebruikt voor de opslag van gereedschap en ander materiaal.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, Gelselaar, boerderij

Boerderij aan de Laarbergweg in Gelselaar.

Kenmerkend voor de oude boerderijen in het oostelijk deel van Berkelland zijn de houten topgevels. In het westelijk deel zijn daken met wolfseinden (= afgeschuind deel van het dak aan uiteinde nok) kenmerkend. Op de erven staan verschillende bijgebouwen, die vaak ook de opbouw hebben van een hallehuis. Soms zijn ook de bijgebouwen uitgevoerd met houten topgevels. Een ander kenmerk zijn de witte windveren aan de randen van de daken. Opvallend aan de oudere bebouwing is de ligging met de achterzijde aan de weg. Ze staan ook niet altijd recht op de weg gericht, maar eerder diagonaal. De positie is bepaald door het gebruik van het omliggende landschap als bouwland. De verspreid liggende gebouwen geven het gebied een gevarieerd karakter.

Voorbeelden van buurtschappen en dorpen op of nabij essencomplexen: Neede, Ruurlo, Beltrum, Mallem, Geesteren, Hupsel, Gelselaar, Eibergen, Olden Eibergen.
Het kampenlandschap vind je ten zuiden van Rekken, het zuidoosten van Ruurlo, omgeving Lebbenbrugge, tussen Waterhoek en Lintvelde, bij de Ramsbeek, Dijkhoek en aan de randen van de Beltrumse es. Natuurlijk komen er ook tussenvormen van het essen- en kampenlandschap voor.

Broekland

Het meest kenmerkende aan de broeklanden is het vele water in combinatie met een lage ligging. Omdat de broeklanden en velden vaak in dezelfde periode zijn ontgonnen, lijken de landschappen op elkaar. Beide typen van deze jonge ontginningen hebben rechte wegen en rechte kavelgrenzen. Vrijwel alle boerderijen dateren uit de 20ste eeuw. Ze staan verspreid van elkaar, maar aan de weg. Het water en de hoeveelheid sloten onderscheidt de broeklanden van de velden. Het onderscheid was duidelijker aanwezig vóór de ontginning vanaf circa 1850. Het moerassig broekland deed dienst als grensgebied. Het grasland en de hoger gelegen velden werden gebruikt voor het plaggen van heide en het weiden van schapen.

In Berkelland komen diverse broeklanden voor. Het meest prominente broekland ligt ten zuidoosten van Ruurlo. Voordat men met de systematische ontginning en afwatering begon, lag daar een groot drassig gebied: het Ruurlose Broek. De afwatering werd belemmerd doordat het water dat vanaf het Oost-Nederlands plateau richting het westen stroomde, hier terecht kwam en door zandruggen op deze plek gehouden werd. Het gebied behoort dan ook tot wat de provincie omschrijft als ‘het natte midden van de Achterhoek’; de grondwaterstanden zijn hoog. In de wintermaanden was het Ruurlose Broek zelfs onbegaanbaar. Voorheen werd het gebied dan ook gebruikt om eendenkooien aan te leggen, te jagen, vee te weiden of om hout te sprokkelen. Hier zijn sporen van te vinden in de omgeving van Leo-Stichting, een buurtschap 2 kilometer ten zuiden van Borculo.

Het broeklandschap van Ruurlo kenmerkt zich door rechte lijnen van wegen en waterlopen. Omdat er geen natuurlijke hoogten liggen, lopen de wegen over dijken, zoals de Bedelaarsdijk, Batsdijk, Scheiddijk en Morsdijk. Kenmerkend is het open landschap. In het huidige landschap is er wegbeplanting. Uit het verleden zijn resten van houtsingels overgebleven.
Voorbeelden zijn het Ruurlose Broek, Gelselaarse Broek, Lintveldse Broek, Spilbroek, Waterhoek en Noordijkse Broek.

Beekdalen

Rivieren en beken doorsnijden de gemeente Berkelland. Het water zorgt voor een afwisselend landschap met kronkelende natte beekdalen en drassige broek- en veengebieden in een overwegend met dekzand bedekt landschap. Het water kon door de klei en keileemlaag in de ondergrond moeilijk wegzakken en zocht daarom een slingerende route vanuit het oosten naar de lager gelegen IJssel. Van nature liepen veel beken in het oosten van Nederland dood nadat ze vanuit het Oost-Nederlands plateau in een afgesloten gebied terecht kwamen. Daar ontstonden veenmoerassen en ontsprongen weer nieuwe beken. Deze gebieden zijn later veranderd in broek- en veengebieden. Zoals het Ruurlose Broek en het Zwillbrocker Venn.

De Berkel en de Slinge zijn de grootste waterstromen in Berkelland. De Berkel ontspringt uit een bron op 125 meter hoogte bij Billerbeck in Duitsland. Vanaf Stadtlohn verandert de stroom in een kleine rivier. In Berkelland stroomt de Berkel door Rekken, Eibergen, langs Haarlo en Borculo. Tussen Eibergen en Mallem doorsnijdt de Berkel het Oost-Nederlands plateau. Daar ligt een breed beekdal met terrasresten. Op de terrasresten zijn essen en kampen komen te liggen, zoals bij ’t Loo en Rekken. Bij de Lebbenbrugge bij Borculo is dit beekdallandschap met zowel open grasland als halfopen kampenlandschap zeer goed te herkennen.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, beekdal, Slinge

De Slinge, landgoed Beekvliet bij Borculo.

De Slinge is een laaglandbeek. De beek begint bij Winterswijk. Van daar stroomt het water via Groenlo, Ruurlo en Borculo naar de Berkel. De Slinge is net als de Berkel sterk vergraven en gekanaliseerd. Rond 2000 is de Slinge aangewezen als Ecologische Verbindingszone en zijn meanders en bypasses aangelegd. In de beekdalen vind je een vrij grote populatie van de boomkikker.

In het verleden betekende water niet alleen dat er vruchtbaar land lag; je kon er ook watermolens mee aandrijven. Daarvan zijn nog over de watermolens van Borculo, Ruurlo en Mallem. En het water fungeerde  als een natuurlijke grens tussen gebieden. Zo werden bij beken adellijke huizen gebouwd. Het water diende tegelijkertijd ook om het huis te omgrachten en te beveiligen. Mooie voorbeelden zijn Kasteel Ruurlo bij Ruurlo, het niet meer bestaande Hof te Borculo en Huize de Kamp bij Neede.

Voorbeelden van waterlopen: Berkel, Slinge, Baakse Beek, Meibeek, Leerinkbeek, Ramsbeek, Schipbeek, Bolksbeek, Koningsbeek, Elsmansgoot.

Bron: Cultuurhistorische Gebiedsbeschrijving Berkelland, Gelders Genootschap, Juni 2012. Lees meer over de landschappelijke ‘onderlegger’ van Berkelland en de droge en natte infrastructuur in het document Buitengebied Berkelland. Interessante kost voor de liefhebber!

De mooiste stukjes natuur

Karakteristiek voor het landschap in Berkelland zijn de rivier De Berkel en de benedenloop van de Groenlose Slinge. En de vele beken, zoals de Bolksbeek, de Schipbeek, de Meibeek en de Leerinkbeek. Het gevolg voor de natuur is dat er veel natte gebieden zijn. Verder vind je in Berkelland heide, vennen en schraallanden. En er is nieuwe natuur dankzij natuurontwikkeling. Een kort overzicht van de mooiste plekken in de gemeente.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, Needse Berg

Hollandsche Molen op de Needse Berg.

De Needse Berg

De Needse Berg vormt met haar 35 meter het hoogste punt van Berkelland. Het ligt in de buurtschap Lochuizen en vormt een recreatiegebied voor Neede. Er lopen mooie zandwegen over de Needse Berg. En op de top kun je nu nog hoger. Sinds 2018 staat er een houten uitkijktoren met zicht op de wijde omgeving en de Hollandsche Molen. De heuvel scheidt de dalen van de Buurserbeek in het noorden en de Bolksbeek in het zuiden. Het hoger gelegen deel van de Needse Berg was honderd jaar geleden een heideterrein. Nu vormt het het grootste escomplex van de gemeente Berkelland.
De Needse Berg is een stuwwal die zo’n 150.000 jaar geleden gevormd is in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Het Geologisch Natuurpad leidt bezoekers langs de kenmerken van de dichtbijeen gelegen afzettingen uit meerdere geologische perioden. Informatieborden geven uitleg. Op de stuwwal bestaan grote verschillen in hoogte en vochtigheid, waardoor er veel verschillende planten voorkomen, zoals gevlekte orchis, salomonszegel en klein springzaad.

Het Needse Achterveld

Natte heidevelden, vennen en gagelstruwelen vind je in het Needse Achterveld, een 110 hectare groot gebied ten noorden van Neede. Hier groeien gagelstruwelen die in de winter mooi donkerrood kleuren. Het gebied herbergt zelfs een van de grootste gagelstruwelen van Europa en kent een grote diversiteit. Met aan de ene zijde van de hogere zandrug de natte heide en aan de andere zijde een broekbos dat grenst aan de Buurser Beek. De natte heidevelden zijn de laatste in Nederland, en daarmee uniek. Naast verdroging vormt vergrassing een van de grootste bedreigingen voor de natuur. Om dit tegen te gaan, wordt het gebied van tijd tot tijd begraasd door runderen en paarden. In dit fraaie stukje natuur groeien posse en jeneverbes weelderig. Het Needse Achterveld is gelegen tussen de kernen Lochuizen, Markvelde en Rietmolen.

Kampenlandschap

Het kampenlandschap is samen met het essenlandschap het oudste cultuurlandschap van Berkelland. Kenmerkend zijn de slingerende wegen, de verspreid liggende bebouwing en de landschapselementen als houtwallen, houtsingels, struwelen en heggen. Dit landschapstype  kent ook veel kleine hoogteverschillen als dekzandruggen en dekzandkoppen, ontstaan door het landijs en de wind. Dit waren natuurlijk de ideale plekken waarop de essen zijn gesitueerd,  de zogenaamde ‘kampen’. De verspreid liggende boerderijen geven het kleinschalige gebied een gevarieerd karakter.
Een vrij intact kampenlandschap vind je rond Haarlo en het oude landgoed ’t Wolink. Een kleinschalig gebied, honderden jaren oud. Ook bij Rekken-Zuid is het kampenlandschap met een aaneenschakeling van landschapselementen goed te zien. Evenals op landgoed Beekvliet bij Borculo, in de omgeving van de Lebbenbrugge. Het kampenlandschap is er nog vrijwel onaangetast, met boerderijen, een schaapskooi, landerijen, houtwallen, bos, heide en akkers. Verder vind je authentieke kampen tussen de buurtschappen Waterhoek en Lintvelde, bij de Ramsbeek, in de buurtschap Dijkhoek en aan de randen van de Beltrumse es. (Bron: Cultuur-historische gebiedsbeschrijving gemeente Berkelland, juni 2012 van Gelders Genootschap)

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, Rekken

Den Borgweg, Rekken.

Nieuwe natuur

In de gemeente vind je vrij veel nieuwe natuur, variërend van kleine perceeltjes verspreid over Berkelland tot grotere gebieden, zoals in het Noordijkerveld ten noorden van Noordijk. Het gebied met restanten van natte heide en vennen is uitgebreid en bewerkt door landschapsontwikkeling en natuurontwikkeling. Hierdoor zijn bijzondere planten teruggekomen, zoals dwergbloem, draadgentiaan, dopheide  en blauwe knoop. Nieuwe natuur in een groter gebied vind je ook bij ’t Veller bij Ruurlo en op enkele terreinen langs de Groenlose Slinge, ter hoogte van de Baksmaatdijk in Beltrum. Meer voorbeelden van nieuwe natuur staan onder Landschapsontwikkeling.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, Veller

’t Veller bij Ruurlo.

Zandwegen en 70.000 laanbomen

In Berkelland vind je meer dan 70.000 laanbomen, en dat is veel. Mede hierdoor komt de groene specht hier veel voor. In de laanbomen aan de zandwegen bouwen ze bij voorkeur hun nesten. In het aangrenzende gebied zoeken ze voedsel. De mooie zandwegen zijn talrijk in Berkelland, zoals aan de Dennenweg in Haarlo. De zandwegen, kerkenpaden, schoolpaden en hessenwegen zijn een belangrijke drager van het landschap. Behalve dat de onverharde wegen een ontsluitingsfunctie hebben, zijn ze van cultuurhistorische en recreatieve waarde. Een paar jaar geleden was er het project ‘Kroel’n in ’t zand’ samen met de gemeenten Lochem, Bronckhorst en Zutphen in het Nationaal Landschap De Graafschap. Het heeft geresulteerd in een structureel beheer van deze wegen.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, zandweg, Landgoed Beekvliet

Maandagsdijk, landgoed Beekvliet bij Borculo.

Hoogveen

Bij natuurgebied Den Breken ligt het enige hoogveentje van Berkelland. Er groeien veenmossen, éénarig wollegras, veenpluis en de zeldzame plant rijsbes. Het hoogveen is een nat gebied, en vormt een deel van het Oost-Nederlands plateau. Van vroeger uit bleef het water in de keileem staan, waardoor het gebied nat bleef. Er loopt een mooi zandweggetje doorheen: de Brekenweg bij Rekken.

Boswachterij Ruurlo

Er is relatief weinig bos in Berkelland; al liggen er verspreid wel kleine bosjes in de vorm van  landschapselementen. In het noorden – op de grens met Overijssel –  ligt bijvoorbeeld het Hoones Bosch. Het grootste aaneengesloten boscomplex is echter de Boswachterij Ruurlo. Veel voorkomende dieren zijn er de hazelworm (pootloze hagedis), de zwarte specht, de wespendief (roofvogel) en de boommarter. Het natuurgebied, circa 500 hectare groot, bestaat voornamelijk uit bossen afgewisseld met weiden. Ofwel het typisch Achterhoekse coulissenlandschap. Het is ontstaan uit het landgoed dat bij Kasteel Ruurlo hoorde. Tegenwoordig wordt de boswachterij Ruurlo beheerd door Staatsbosbeheer.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, Ruurlo

Boswachterij Ruurlo.

Groenlose Slinge

De Groenlose Slinge mondt ten westen van Borculo uit in de Berkel. Meer dan een eeuw geleden was de Groenlose Slinge nog een vrij meanderende beek. In 1928 is het riviertje gekanaliseerd. Ook tijdens de verbeteringswerken in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is de beek rechtgetrokken. Eind vorige eeuw veranderden de inzichten met betrekking tot het waterbeheer. Rond het jaar 2000 werd de waterloop aangewezen als Ecologische Verbindingszone (EVZ). Dit is een strook natuur die waardevolle natuurgebieden met elkaar verbindt. Hierdoor kunnen dieren en planten zich over een groter gebied verplaatsen. De beek is natuurlijker en klimaatbestendiger. Er zijn moeras- en hooilandoevers aangelegd, en natuurvriendelijke oevers, poelen gegraven, zogenaamde ‘bypasses’ gemaakt en er is bos aangeplant. Stuk voor stuk maatregelen om de Groenlose Slinge aantrekkelijker te maken voor planten, dieren en mensen. Ook kan de Ecologische Verbindingszone een belangrijke functie hebben in de strijd tegen verdroging.

Bij de Lebbenbrugge op landgoed Beekvliet bijvoorbeeld heeft het waterschap de oorspronkelijke beekloop hersteld en een vistrap aangelegd. Door het bos is zoveel mogelijk volgens de historische situatie een nieuwe meanderende beekloop gegraven. In deze nieuwe beekloop met steile oevers krijgen natuurlijke processen als uitschuring van de buitenbochten en aanzanding van de binnenbochten weer een kans. Hierdoor ontstaat variatie die voor flora en fauna van belang is. De oude ‘rechte’ loop is gedempt en ingeplant met bos. De vaste stuw bovenstrooms van de brug is vispasseerbaar gemaakt en omgebouwd tot een uit acht ‘treden’ bestaande vistrap, waarbij de stuw als hoogste trede fungeert. Voorheen was het voor vissen niet mogelijk het hoogteverschil van 80 cm te overbruggen. Het Waterschap Rijn en IJssel voerde het project uit in samenwerking met Staatsbosbeheer, de gemeente Berkelland, de G.A. van der Lugt Stichting en de Dienst Landelijk Gebied.

Meanders en bypasses in de Berkel

Het waterschap heeft de Berkel bij Rekken verlegd en ruimte gecreëerd voor natuurontwikkeling. De zandvang die er gerealiseerd is, is een verbreding waar het door het snelstromende riviertje meegevoerde sediment (afzetting, zoals grind of klei) kan bezinken. Ook ten noorden van Eibergen, bij de Mallumse Molen, loopt een mooie meander van de rivier. De graslandjes eromheen worden door de buurt onderhouden, de Stichting Marke Mallem. De stichting is verantwoordelijk voor 40 hectare tussen de Mallumse Molen en de Stokkersweg. De gronden worden extensief beheerd; dat wil zeggen maximaal één keer per jaar het gras maaien en het maaisel afvoeren in de vorm van hooi of kuil. Deze wijze van onderhoud levert nieuwe soorten flora op. Bij de waterzuivering Haarlo is een bypass in de Berkel gelegd, zodat vissen de stuw omzeilen. En er is een diepere kom voor vissen om voedsel te zoeken, te paaien en om in de winter te verblijven. Met al deze maatregelen is de Berkel bijna helemaal vispasseerbaar (op één stuw na) voor stromingsminnende vissen als kopvoorn, cerpeling, winde en paling.

De beken

De Buurserbeek, Schipbeek, Elsbeek, Bolksbeek, Ramsbeek, Pollegötte, Leerinkbeek, Meibeek en de Baakse Beek. Je vindt ze allemaal in de gemeente Berkelland. Het water kon door de klei en keileemlaag in de ondergrond moeilijk wegzakken en zocht daarom een slingerende route vanuit het oosten naar de lager gelegen IJssel. De natuur tiert welig in en om de beken. Naast de ontwatering zijn de recreatie en verfraaiing van het landschap belangrijke functies.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland, Buurserbeek

De Buurserbeek.

Landschaps ontwikkeling

Het buitengebied van Berkelland van ruim 200 km² moet een visitekaartje zijn. Niet alleen voor recreanten en toeristen, maar ook voor eventuele nieuwe bedrijven en bewoners. De bewoners moeten er zich thuis kunnen voelen en trots zijn op hun landschap. Waar in Berkelland moeten de koeien vrij in de wei kunnen lopen? Waar kan er worden gebouwd en waar moet het behoud van het landschap de voorrang krijgen? Dat staat allemaal in het landschapsontwikkelingsplan, kortweg het LOP, van de gemeente Berkelland. Eén van de uitgangspunten is om de karakteristieke landschapstypen te behouden en te versterken. Dat is ook nodig. Al jaren is in het agrarisch buitengebied een achteruitgang te zien van de landschapselementen, zoals bosjes, hagen, poelen, houtwallen en singels.

Gouden Mispel

In 2018 heeft de gemeente Berkelland de Gouden Mispel gewonnen voor ‘de getoonde moed principieel te kiezen voor een stringente handhaving van de kwetsbare waarden van natuur en landschap’. Een prachtige beloning voor haar beleid. De uitreiking van de Gouden Mispel is een jaarlijks initiatief van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap.

Dorpen in het Groen

In dit kader zijn er verschillende projecten samen met de inwoners, zoals het reeds uitgevoerde ‘Drie Berkellandse Dorpen in het Groen’. De inwoners van het buitengebied van Beltrum, Gelselaar en Noordijk konden met subsidie inheemse bomen en struiken voor het eigen erf en daarbuiten bestellen. Op die manier ontstaat een mooi en gevarieerd landschap, waar ook de flora en fauna van profiteren.

Klompenpad bij Rekken

In 2019 start het project Klompenpad bij Rekken, met medewerking van de gemeente Berkelland. De Belangenvereniging Rekken ziet hiermee kansen om hun dorp en de omgeving op de kaart te zetten voor recreatie en toerisme. Het is het tweede Klompenpad in Berkelland, na het Boereneschpad bij Noordijk, Gelselaar en Geesteren. Klompenpaden staan garant voor de mooiste wandelingen over landgoederen, herstelde historische paden en dwars door het boerenland. Inmiddels zijn er meer dan honderd Klompenpaden gerealiseerd in de provincie Utrecht en Gelderland.

Natuurlijk Achterhoek, gemeente Berkelland

Den Borgweg, Rekken.

Subsidie

Via de Landschapsregeling kunnen inwoners landschapselementen aanschaffen. Dit is een subsidie van de provincie en de gemeente, uitgevoerd door Landschapsbeheer Gelderland of de Agrarische Natuurverenigingen VAN Berkel en Slinge en ’t Onderholt. Ook Hacron Hameland (voorheen het werkvoorzieningsschap) werkt mee aan het herstel van het landschap door beplantingen.

Nieuwe natuur

In het buitengebied van Eibergen, op de hoek Haaksbergse binnenweg en Hoonesweg, staat een enorme houten lijst. Kijk je erdoor, dan zie je een mooi staaltje natuurontwikkeling. De familie Te Raa ontwikkelde er nieuwe natuur op 8,35 hectare. Het bestaat uit vochtig schraalland, kruiden- en faunarijk grasland, droge heide, vochtige heide, brede singels en bos. Het land is afgeschraapt in 2016. Het resultaat zal uiteindelijk een rijk afwisselend landschap zijn met een hoge natuurwaarde. Ook levert het een positieve bijdrage aan de waterhuishouding op landgoed Het Lankheet. De inrichting heeft plaatsgevonden in overleg met de Provincie Gelderland, Vereniging Agrarisch Natuurbeheer, Waterschap Rijn en IJssel en landgoed Het Lankheet. Doel was dit unieke laaggelegen gebied in te richten voor (zeldzame) vogels, zoogdieren, insecten en (zeldzame) planten, passend in hun leefgemeenschappen.

Nieuwe natuur vind je ook in natuurgebied Grevengracht, tussen Beltrum en Ruurlo. Langs de Goormansslatweg zijn enkele percelen afgeplagd, en is de afwatering weer vertraagd waardoor in natte tijden grote poelen onstaan. De Slinge is ontdaan van betonnen stuwen en in plaats daarvan voorzien van vistrappen. Op een aantal plaatsen is er weer ruimte gemaakt voor een meanderende loop. Hierdoor ontstaat weer een nieuw stukje oernatuur. In dit gebied is er volop ruimte voor een verscheidenheid aan weide- en watervogels. Ook het ree voelt zich hier enorm thuis.

De familie Nahuis heeft haar landbouwgrond omgezet in nieuwe natuur. Het resultaat is landgoed Het Noasman, dat een 12,7 ha groot natuurgebied beslaat in het buitengebied van Beltrum. Door het afgraven van de vroegere landbouwgrond, het aanleggen van beekjes en het planten van bomen is de natuur een handje geholpen.Vroegere zaden, waterstromen en dieren zijn grotendeels teruggekomen. Op deze manier is het landgoed uitgegroeid tot een gebied vol kronkelende beekjes, dichtbegroeide bossen, lang verdwenen planten en een grote diversiteit aan vogels, amfibiën en zoogdieren. Aanvullend is er een geïntegreerde oeverzwaluwwand / vleermuiskelder aangelegd. Nauwelijks een jaar na de aanleg werden de eerste vleermuizen en zwaluwen al gespot. Vanaf de wandelpaden is er een goed zicht op het bouwwerk en daarmee is het gebied extra interessant voor wandelaars. Tevens staan er voor wandelaars een uitkijktoren en voldoende bankjes om even de benen te strekken. Midden door het natuurgebied loopt het kerkenpad van de Stichting Kerkepaden Beltrum, evenals het regionale knooppunten-fietsnetwerk met knooppunt 92.

Het Stelkampsveld tussen Barchem en Borculo is rond de eeuwwisseling omgevormd van boerenland naar natuurgebied. Het maakt deel uit van het landgoed Beekvliet; een afwisselend gebied van essen, graslanden, houtwallen, bosjes en heiden met vennen. Om de bijzondere natuur te behouden is Stelkampsveld aangewezen als Natura-2000 gebied. Hier groeien zeldzame bloemen als de grote muggenorchis en de parnassia.

Ook op het Teeselinkven is nieuwe natuur ontwikkeld. In 2000 is een laag voedingsrijke grond verwijderd in het ven, om de oude vegetatie weer ruimte te geven. Het natuurgebied ten noorden van Neede behoort tot de Natura-2000 gebieden in Nederland. Het Teeselinkven is een kerngebied voor de zeldzame boomkikker, een soort die op de rode lijst staat. Ook andere zeldzame planten en dieren komen er voor. Het gebied is vernoemd naar de Teeselink, een naastgelegen boerderij met een lange geschiedenis.