Zutphen Landschap

Het landschap van Zutphen

Het landelijk gebied van de gemeente Zutphen is niet heel groot, maar wel afwisselend. Het wordt voornamelijk gedefinieerd door de rivieren de IJssel en de Berkel. Je vindt er het rivierenlandschap met uiterwaarden, kronkelwaarden, oeverwal en rivierduin, beekdal, broekland en broekontginning. Een klein deel van het grondgebied van Zutphen valt onder Nationaal Landschap De Graafschap. Dat is het landelijke buitengebied, met name aan de kant van Warnsveld en de buurtschap Warken. Een van rijkswege aangewezen kleinschalig waardevol landschap met een sterk agrarisch karakter, met kampen en essen. In dit gebied liggen de landgoederen ’t Waliën en ’t Velde.

Natuurlijk Achterhoek, Gemeente Zutphen

Hoog water in de uiterwaarden van de IJssel.

De IJssel

De IJssel is een 125 kilometer lange zijtak van de Rijn. De rivier stroomt van Westervoort via de Hanzesteden Doesburg, Zutphen, Deventer, Kampen en het Ketelmeer naar het IJsselmeer. In de laagten van het IJsseldal liggen de uiterwaarden: een open en grootschalig rivierenlandschap, dat onderdeel is van een groter Natura 2000-gebied, de Rijntakken, en dus bescherming geniet in Europa.

De uiterwaarden is het land binnen de dijken, dat de rivier nodig heeft bij hoog water. De natuur in de uiterwaarden langs de IJssel is bijzonder rijk. De oude nevengeulen zijn de thuishaven voor moerasvogels en kamsalamanders, voor bevers en reigers. Over de natuurlijke oeverwallen ligt een tapijt van bloemrijk grasland, een paradijs voor ganzen en andere trekvogels. De natuur beschermen en beleven. Daar draait het om in de Natura 2000-gebieden. Nederland telt er ruim 160. Ze maken deel uit van een samenhangend netwerk van natuurgebieden in Europa. Lees meer over de uiterwaarden en kronkelwaarden onder ‘Het landelijk gebied van de gemeente Zutphen’.

De Berkel

De kleinere rivier de Berkel die door de Achterhoek stroomt, mondt bij Zutphen in de IJssel uit, evenals het Twentekanaal. Hij ontspringt bij Billerbeck in Noordrijn-Westfalen en is 110 kilometer lang. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd een geheel nieuwe bedding gegraven en kreeg de Berkel op sommige plaatsen meer het aanzien van een kanaal. Vanaf 2014 is het Waterschap Rijn en IJssel bezig om de rivier vanaf Almen naar Zutphen opnieuw te laten meanderen. Hierdoor wordt de Berkel weer een dynamische rivier die, zoals vroeger, door het landschap slingert. Het water wordt schoner, het Berkeldal krijgt een natuurlijker aanzien en er is meer ruimte voor de rivier bij hoog water.

Bypass

Bij landgoed ’t Velde in Warnsveld is in de Berkel een zogenaamde ‘bypass’ aangelegd, een omleiding om een stuw. De Berkel is door de provincie Gelderland aangewezen als ecologische verbindingszone om vissen terug te laten keren naar hun geboorteplek, de paaigronden. Zij moeten vaak stuwen in de rivier passeren om te paaien. Maar hoe doe je dat? Springen is geen optie. Er zijn verschillende manieren om dit hoogteverschil te overbruggen: door er een vistrap – een trap met een aantal kleine stappen – in te maken. Of door de rivier weer te laten kronkelen. Zo wordt het hoogteverschil verdeeld over meer meters. De rivier stroomt geleidelijker naar beneden en de stuw is geen hindernis meer. Tevens krijgt de Berkel hierdoor zijn natuurlijke uitstraling terug. Dat een slingerende rivier meer ruimte nodig heeft, is o.a. bij landhuis ’t Velde goed te zien. De grachten maken deel uit van de bypass.
(Bron: Berkelroute: beleef het landschap)

Berkelzomp

Eeuwenlang was de Berkel een belangrijke schakel in het handelsverkeer tussen het Duitse Vreden en Zutphen. De producten werden verhandeld op de Zutphense markt. De transporten vonden plaats met een zogenaamde Berkelzomp; deze platbodem was speciaal gebouwd voor de vaart op de Berkel. Het waren kleine schepen met weinig diepgang. Het hoogtepunt was rond 1850, toen zo’n 200 Berkelzompen de rivier bevoeren. De handelsvaart is al lang verdwenen. Tegenwoordig zijn er mooie toeristische vaartochten met een replica van de vroegere Berkelzompen in de gemeenten Lochem en Berkelland. Voor wie het landschap eens vanaf de waterkant wil ervaren. De zomp is in Zutphen nieuw leven ingeblazen met de Fluisterboot. De fluisterstille elektrische boot vervoert toeristen door de Zutphense wateren, terwijl de schipper over de geschiedenis van de Berkel en de Hanzestad vertelt. De aanlegsteiger ligt bij de Berkelpoort. Lees meer over de Achterhoekse rivier op de site van de Derde Berkelcompagnie.

Het landelijk gebied van Zutphen

Het landelijk gebied van de gemeente Zutphen is niet heel groot, maar wel afwisselend. Het wordt voornamelijk gedefinieerd door de rivieren de IJssel en de Berkel. Je vindt er  uiterwaarden, kronkelwaarden, oeverwal en rivierduin, beekdal, broekland en broekontginning. De kampen en essen vormen het coulissenlandschap waar de Achterhoek zo bekend om is. En dan zijn er nog de bossen en landgoederen.
De gemeente Zutphen heeft deze landschapstypen mooi beschreven. Hieronder volgt een korte samenvatting. De complete tekst en de ontwikkelingen van het landelijk gebied staan op de gemeentesite. Via een interactieve kaart kun je inzoomen op de verschillende landschapstypen en zijn er foto’s van het gebied te zien.

Uiterwaarden

Het uiterwaardenlandschap ligt in de laagten van het IJsseldal. Langs de IJssel is in de afgelopen drie eeuwen een open en grootschalig landschap ontstaan. Op sommige plaatsen zijn boomsingels aangelegd van (knot)wilgen of is spontaan wilgenbos opgeschoten. Het is een van oorsprong nat gebied met voornamelijk hooi- en weilanden. In de Middeleeuwen was de IJssel er veel actiever en breder. De rivier meanderde in het huidige uiterwaardenlandschap. In 1357, 1407 en 1604 is de IJssel door kanalisatie versmald. Dit bepaalde de huidige loop van de IJssel en de vorming van het uiterwaardenlandschap zoals wij het nu kennen.

Kronkelwaarden

De kronkelwaarden liggen in de lage delen van het IJsseldal. Het zijn de afgesneden stukken van de uiterwaarden die ontstonden door het opschuiven, afkalven en afsnijden van de IJssel. Ten noorden van De Hoven ligt een kronkelwaard, ingeklemd door de oude Emper-meander van de IJssel. De rivier en haar meanders zetten veel klei af in het overstromingsgebied. Klei is een geschikte grondstof voor de productie van bakstenen. Al vanaf de 14e eeuw zijn De Overmarsch, zoals deze kronkelwaard genoemd wordt, en de steenfabricage met elkaar verbonden. Langs de Kanonsdijk werd in 1595 een steenfabriek gebouwd. Deze fabriek is inmiddels verdwenen, maar het erf bestaat nog altijd en herinnert aan het belang van deze industrie voor de ontwikkeling van Zutphen als geheel.
Eén van de eerste karakteristieke gebouwen uit De Hoven was Huize de Marsch. De eerste vermelding daarvan dateert uit 1272, maar de adellijke familie Van de Marsch komt al in 1231 voor in de geschreven documenten. In 1572 werd het kasteel geheel verwoest, maar 20 jaar later werd het geheel herbouwd. Nu zijn de funderingen van dit landgoed nog goed te zien. Een rij fruitbomen markeert de loop van de voormalige gracht.

Oeverdal en rivierduin

De rivierduinen zijn de hogere delen in het IJsseldal en zijn zandige afzettingen door de wind. We vinden ze bij Bronsbergen, onder diverse wijken (Hoge West, Ooyerhoek, Deventerwegkwartier) en onder de binnenstad van Zutphen. Van oudsher werd op de hogere delen langs de rivier gewoond. Het landschap is halfopen. Het ziet er heel anders uit dan het zeer open landschap van de uiterwaarden. Op de oeverwal en de rivierduinen vond een mix van akkerbouw, veeteelt en fruitteelt plaats. Door uitbreidingen van de stad en het toevoegen van stedelijke functies raakte het landschap sterk versnipperd. Het kleinschalige karakter van de rivierduinen is echter verdwenen.
Het gebied Bronsbergen is gevormd als uiterwaardengebied. De IJssel wordt hier begrensd door een hoge rivierduin. Tussen Bronsbergen en Vierakker ligt een laagte. In de tijd dat de Baakse overlaat nog functioneerde, trad hier regelmatig wateroverlast op. Bij Bronsbergen heeft de IJssel zijn bedding steeds verlegd. Hierdoor ontstond een patroon van parallel lopende ruggen (oeverwallen) en laagten. De beplanting op deze ruggen maakt dit waardevolle landschappelijke kenmerk goed herkenbaar.

Beekdal

Het beekdallandschap ligt in de lage delen van de dekzandruggen. Langs de beeklopen van de Berkel, de Onderlaatsche Laak en de Vierakkersche Laak is een open gebied ontstaan met her en der boomsingels en broekbosjes. Het is een nat gebied met vooral hooi- en weilanden. De bebouwing staat vooral op de overgang van het beekdal en, bij de Berkel, van het essen- of kampenlandschap. Door sterke ontwatering verminderde het natte karakter. Daardoor werden de gronden geschikter voor gemengd agrarisch gebruik. De beeklopen zijn veelal rechtgetrokken en de houtsingels gerooid. Hierdoor is de samenhang tussen de verschillende elementen vaak sterk verminderd.
Parallel aan de Berkel ligt het rivierdal met een strokenverkaveling, haaks op de rivier en met dalvormige laagtes. Op de overgangen van het beekdal naar de aangrenzende landschappen liggen enkele landgoederen. Lange zichten over de open gras- en hooilanden bepalen hier het beeld, soms afgewisseld met broekbosjes aan de rivier en/of beek.

Broekland

De broeklanden van het Leestensche Broek vormen de overgang tussen het dekzandgebied met kampen en essen en het IJsseldal. De beplanting langs de wegen en de Leestense Laak geven structuur aan het landschap. Door de lage ligging en slechte ontwatering kent het broekgebied geen lange geschiedenis van intensief agrarisch gebruik.
Vóór 1850 was het Leestense veld een nat en open heideveld met plukjes elzenbos. De natte heidegronden zijn omgevormd tot grote landgoedbossen, die vaak particulier eigendom waren. Het hout werd voor diverse doeleinden gebruikt. Na de kap werden de gronden geschikt gemaakt voor landbouw. Dit is nu zichtbaar in het rechte wegenpatroon en de blokvormige kavels met veel sloten. Beboste percelen, weiden en akkers wisselen elkaar af en bepalen het karakter van het gebied. De belangrijkste structurerende elementen zijn de Hekkelerdijk en Dennendijk (rechte wegen) en de Vierakkerse Laak en Leestense Laak.
Het Leestense Broek was een nat heidegebied. Het was de gemeenschappelijke markegrond van de marke Leesten. Na de opheffing van de marke zijn in de loop van de 19e eeuw de gronden verdeeld en ontgonnen. Door de afwisseling van kleine bospercelen, weiden en akkers heeft het gebied een kleinschalig karakter.

Broekontginning

De broekontginning is een jong landschapstype. Pas in de 19e eeuw werden de lagere natte gronden van de dekzandvlaktes ontgonnen. Doordat ontwateringtechnieken steeds beter werden, werd het mogelijk deze gebieden geschikt te maken voor de landbouw. Het landschap van het Leestense Broek is rechtlijnig ontgonnen. De natte gronden, juist kenmerkend voor broekgronden, zijn ingeplant met bos. Het landschap heeft een grote maat en schaal en het verkavelingspatroon is rationeel. Dit betekent dat het gebied ingedeeld is langs de liniaal op de tekentafel en er ruimte is voor efficiënte landbouw. Boerderijen zijn er relatief weinig en komen zeer verspreid in het landschap voor.

Kampen en essen

Dit landschap wordt gekenmerkt door een onregelmatige verkaveling en kronkelige wegen; dit in tegenstelling tot de broekontginning. Houtwallen, bosjes, erfbeplanting en wegbeplanting vormen dit kleinschalige kampenlandschap. Het landschap had oorspronkelijk reliëf. Bij de ruilverkaveling is het land geëgaliseerd, waardoor het reliëf veelal verloren ging.
De essen ofwel enken hebben een typisch bolling. Die bolling ontstond doordat de grond eeuwenlang werd opgehoogd met heideplaggen, vermengd met mest. Dit leverde een vruchtbaar ‘esdek’ op, geschikt voor de landbouw. De essen hebben een open karakter; de randen zijn omzoomd door beplanting en agrarische erven.
Het kampenlandschap is individueler ontgonnen op de kleinere dekzandkopjes in en langs de lager gelegen gebieden. Het heeft een kleinere landschappelijke maat en schaal dan het essenlandschap. Dit gebied zien we terug in de buurtschap Warken. Afwisseling tussen open en besloten en variatie in bebouwing en functies is kenmerkend voor dit landschap. De Warkense enk is nog wel goed herkenbaar. Rond de enk liggen nog steeds agrarische bedrijven die al meer dan 1.000 jaar bestaan. De hoogteverschillen op de Warkense enk zijn nog goed zichtbaar, wat een grote recreatieve waarde heeft, evenals de Warkense Molen met het bakkerijmuseum.

Bossen en landgoederen

De bossen liggen op de hogere gelegen dekzandvlaktes en –welvingen in het oosten van de gemeente. Deze hogere gronden waren in het verleden in gebruik als heidevelden met aan de randen kleinschalige kampontginningen. Later zijn deze gronden vanuit de landgoederen vaak omgevormd naar bos, nodig voor de houtproductie. Een deel kenmerkt zich als een parkachtig landschap met in het noorden de bossen- en lanenstructuur van landgoed ’t Velde. Bebouwing en landschap vormen hier een eenheid, met statige huizen, lange lanen en grote bosgebieden.
(Bron: gemeente Zutphen)

Landgoederen

De adellijken en rijken bezaten in vroeger eeuwen een groot deel van de gronden en stichtten daar landgoederen. Voorbeelden zijn ’t Velde en’t Waliën in het buitengebied van Warnsveld. Deze landgoederen zijn openbaar toegankelijk. De voormalige havezathe het Meyerink in Leesten is tegenwoordig een zorgboerderij. De statige boerderij met prachtige gevel dateert uit 1378 en is ook een rijksmonument.

Landgoed ’t Velde

De geschiedenis van Huis ’t Velde in Warnsveld begint in de Middeleeuwen. In 1326 wordt het namelijk voor het eerst genoemd als havezathe. Een gedeelte van het hoofdgebouw dateert uit de 16e eeuw. Renaissanceversieringen van mergel en baksteen in het middengedeelte van het hoofdgebouw herinneren aan deze periode. De trapgevels aan de achterzijde dateren uit de 17e eeuw, maar de voorzijde heeft een meer 18e eeuws karakter. Huis ‘t Velde ligt binnen een gracht. In de 17e eeuw werd het landgoed opgenomen in de parkaanleg van het aangrenzende landgoed De Voorst. Aan de achterzijde stroomt het lieflijke riviertje de Berkel. Het parkbos en de omgeving zijn prachtig wandel- en fietsgebied.

Het statige witte landhuis is een rijksmonument, dat vanaf 1959 in het bezit is van de Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK). De gebouwen zijn na de overdracht grondig gerestaureerd. Ze zijn nu in gebruik door de Politieacademie. Achter het koetshuis ligt de Tuin van Bezinning, een herinneringsmonument. In deze tuin zijn de namen te lezen van politiemensen die tijdens het uitoefenen van hun dienst zijn overleden.

Na de overname door de Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen is ook het terrein van landgoed ‘t Velde onderhanden genomen. Zo maken de grachten nu deel uit van de bypass die bij rivier de Berkel is aangelegd. Door de hoogteverschillen en de waterhuishouding zijn er veel verschillende soorten vegetatie op het landgoed ontstaan. Het parkbos bestaat vooral uit oude eiken en beuken. In de natte delen van het landgoed kun je de zeldzame weidegeelster en de grote keverorchis aantreffen. Ook groeit er de gebogen driehoeksvaren. Op de drogere delen vormt grootbloemige muur (Stellaria Holostea) witbloeiende plakkaten op de bodem.

Vooral vogels floreren hier. De torenvalk nestelt in de bossen en jaagt in de meer open gedeelten. In de bomen langs de Berkel zitten geregeld aalscholvers hun vleugels te drogen. Ook de ijsvogel vertoont zich hier van tijd tot tijd. Een bunker uit de Tweede Wereldoorlog fungeert als vorstvrij winterverblijf voor vleermuizen. De kleine Kochbunker is van cultuurhistorische waarde en is benoemd tot gemeentelijk monument.

Aan de overkant van de Rijksstraatweg ligt het Jachthuis, dat in het verleden ook bij landgoed ’t Velde hoorde. Het is een rijksmonument met een mooie veranda en bijzondere details in de afwerking. Vlak daarachter is het Tolhuis van landgoed ’t Velde te vinden. Vroeger werd er langs veel wegen tol geheven. Beide gebouwen zijn evenals ’t Velde witgepleisterd.
Adres: Rijksstraatweg 127, Warnsveld.
Bron: GLK

Landgoed ’t Waliën

Landgoed ’t Waliën ligt in de buurtschap Warken, ten oosten van Warnsveld. Vroeger een heidegebied, maar nu een gevarieerd landgoed met bos, poelen en bomenlanen waar je heerlijk kunt wandelen. ’t Waliën is genoemd naar het gelijknamige landgoed bij Winterswijk. Godard Philip Cornelis baron Van Heeckeren van Waliën kocht in 1836 een boerderijtje met wat heidegrond op de plek van het huidige landgoed. Hij doopte zijn huis Waliën ter herinnering aan het vroegere bezit van zijn familie, een kasteel bij Winterswijk. Lees meer details over alle bewoners op de site Kastelen in Gelderland.

Het huidige landhuis is gebouwd rond 1915 voor baronesse Van Doorninck-Van Reede tot der Aa, op de plek van het oude huis. Het ontwerp van J.W. Hanrath in nieuw historiserende stijl is gebaseerd op het Hollands-classicisme. Hanrath, in die tijd een beroemd architect, levert op ‘t Waliën een totaalconcept: hij zorgt niet alleen voor het huis en de bijgebouwen, ook in het interieur is zijn invloed zichtbaar. Hij ontwerpt deuren, kasten, lambrisering en zelfs de verlichting. Huis en interieur zijn goed bewaard gebleven. Uit dezelfde tijd stammen het opmerkelijke dubbele hondenhok aan de zijkant en de door Leonard Springer ontworpen tuin in landschapsstijl. Het koetshuis en de dienstwoningen zijn laat-19e eeuws.

Het huis is particulier bewoond en daarom niet toegankelijk voor publiek, maar op het prachtige kleine landgoed mag je vrij wandelen, met zicht op het historische landhuis. Het is in bezit van Natuurmonumenten. Wie van stevige wandelingen houdt, combineert de natuur op ’t Waliën met landgoed de Velhorst, het Groote Veld en landgoed het Enzerinck. Het Waliën grenst namelijk aan deze gebieden in Nationaal Landschap De Graafschap. De 16 km lange wandelroute ‘Velhorst’ loopt door alle vier.
Adres: Lochemseweg 27, Warnsveld
Bron: Natuurmonumenten

Wandelen en fietsen in de natuur

De IJssel en de Berkel en het buitengebied van de gemeente Zutphen nodigen uit tot mooie wandelingen en fietstochten. Op eigen houtje of in groepsverband. Het aanbod is groot; daarom een kleine selectie. De meeste routeboekjes zijn verkrijgbaar bij de VVV.

Natuurlijk Achterhoek, Gemeente Zutphen

Wandelroutes

Leestensche Broekpad

Het Leestensche Broekpad is een klompenpad van 11 km langs laken, over boerenland en langs de rivier in het mooie buitengebied van Zutphen. De rondwandeling gaat over smalle en onverharde paden en is in twee richtingen gemarkeerd met groene klompjes. Je kunt het Leestensche Broekpad verkorten tot 5,5 km of verlengen met 9,5 km door de uiterwaarden langs de IJssel. Bij hoog water kun je dit deel van de route natuurlijk niet lopen. Het klompenpad gaat o.a. door het drassige Zompbos, langs het Boggelaar, door een rabattenbos en het Leestense Broek, een open gebied dat vroeger uit natte heide bestond. De start is bij ijsboerderij/groentewinkel De Berghege, Dennendijk 2a; parkeren bij sportpark Meijerink. Het routekaartje en de aantrekkelijke achtergrondinformatie staan in het routeboekje.

IJsselpad

Het IJsselpad loopt van Westervoort, waar de rivier begint, tot aan de IJsselmonding bij het boven Kampen gelegen Ramspol. Dolf Logemann uit Warnsveld stelde de 177 km lange wandelroute samen, die volledig over publiek toegankelijke wandelpaden gaat. ,,De IJssel is met afstand de mooiste rivier om langs te wandelen’’, zegt de bevlogen wandelaar. Het resultaat is een verrassende afwisseling aan landschappen en vergezichten. Elf verschillende dagtochten langs een prachtige rivier, door natuurgebieden, agrarisch gebied en oude Hanzesteden, met uiteraard een etappe bij Zutphen. Elke etappe heeft zijn eigen identiteit en door ze allemaal te lopen zie je de rivier langzaam van karakter veranderen. Het IJsselpad is niet in het veld gemarkeerd. De kaarten en routebeschrijvingen zijn voldoende gedetailleerd om wandelaars probleemloos de weg te wijzen. Alle etappes beginnen én eindigen bij een NS-station of een bushalte.

Hanzestedenpad

Het Hanzestedenpad heeft alle ingrediënten voor een mooie wandeling langs de sterk meanderende oever van de IJssel. De route loopt, in verschillende etappes, vanuit Doesburg door de IJsselvallei naar Kampen. Vanuit Zutphen maak je een wandeling naar Deventer (16,9 km) of naar Doesburg (34 km). Van Zutphen tot Deventer zijn er twee routes: de westelijke loopt via Voorst en volgt voor een groot deel de linkeroever van de IJssel, terwijl de oostelijke via Gorssel door bosachtig gebied loopt. De routes maken zoveel mogelijk gebruik van onverharde paden en gaan bij voorkeur door landelijk gebied. Zoals bij alle wandelingen wordt stevig schoeisel aanbevolen. Stichting Wandelnet beheert het Hanzestedenpad langs de voormalige Hanzesteden, de rijke handelscentra uit de Middeleeuwen. De totale lengte is 164 km.

Rondje Tichelbeeksewaard

De Tichelbeeksewaard langs de IJssel ligt centraal in het gebied van Rivier in de Stad. Dit natuurgebied vormt een groene verbinding tussen de binnenstad, de IJssel en De Hoven. Met enkele paden is er een wandelrondje van 1,3 km ontstaan waar je lekker kunt uitwaaien. De paden zijn ook goed begaanbaar met een rollator of kinderwagen. Op verschillende uitzichtpunten kun je uitrusten en genieten van de rivier en de uiterwaarden. Bijvoorbeeld op het ‘stadsbalkon’ aan de Kanonsdijk; een fraai vormgegeven platform, gemaakt van het roestige cortenstaal. Op andere uitzichtpunten staan afbeeldingen die verwijzen naar de schipbrug en de Stadsmiddelwaard, een eilandje dat vroeger in de IJssel lag. Langs het pad is een afbeelding te zien van een V1-raket, die tijdens werkzaamheden in de Tichelbeeksewaard werd gevonden.
De Tichelbeeksewaard is een waar vogelparadijs. We vinden er weidevogels, zoals grutto’s, wulpen, gele kwikstaarten en soms zelfs kwartelkoningen. En natuurlijk ooievaars. ’s Winters verblijven er honderden kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen in de uiterwaarden. De folder van het Rondje Tichelbeeksewaard is op te halen in het stadhuis  en bij de VVV. De brochure is ook digitaal te bekijken.

Natuurlijk Achterhoek, Gemeente Zutphen

Tichelbeeksewaard

Wandelnetwerk

In de hele Achterhoek ligt een uitgebreid wandelnetwerk waarmee je zelf routes kunt uitzetten. Onderweg kom je keuzepunten tegen. TOP Warnsveld vormt startpunt 27 voor het wandelnetwerk. Hier starten de volgende themaroutes: Stadsrandwandeling (7 km), de Berkel en Warnsveldroute (8 km), Dagwandeling De Hoofdige Boer (21) en het Graafschapspad (117 km).

Fietsroutes

Berkelroute

De Berkelroute is een gemarkeerde fietsroute tussen vestingstad Lochem en Hanzestad Zutphen. Natuur en cultuur worden op aantrekkelijke wijze met elkaar gecombineerd. Het motto is dan ook: ‘Beleef het landschap’. De lengte is 44 km; de route is te verkorten tot 22 of 28 km. De Berkelroute kan op vier plaatsen gestart worden, bij vier TOP-locaties. TOP staat voor Toeristisch Overstap Punt. Het traject is gemarkeerd met routebordjes. Hemelsbreed liggen Lochem en Zutphen slechts 15 km van elkaar. Ertussen ligt een afwisselend landschap, met het riviertje de Berkel, een aantal landgoederen zoals De Velhorst, het grote bos- en heidegebied Het Groote Veld, kleinschalige landbouwgronden en natuurgebieden. Dit landschap kent een rijk verleden. Het routeboekje van 19 pagina’s omvat een handig kaartje en interessante informatie over alles wat je onderweg maar tegenkomt. De route is ontwikkeld door de IVN-afdeling Noord-Midden Achterhoek, met medewerking van het Historisch Genootschap Lochem-Laren-Barchem. Het boekje is verkrijgbaar bij de VVV in Lochem en in Zutphen.

Lokaal Ommetje Warnsveld

Het Lokaal Ommetje Warnsveld is circa 20 km lang. De fietsroute voert door een bosrijk gebied rondom Warnsveld en gaat o.a. langs boerderij Klein Graffel en de Warkense molen. Bovendien liggen er diverse landhuizen en landgoederen aan de route, waaronder ’t Waliën. Het huis uit 1843 en het landgoed zijn nu in bezit van Natuurmonumenten. Het Meyerink heeft een rijke geschiedenis; het werd al in 1378 genoemd. Het tegenwoordige huis is ontstaan uit een kleiner huis uit het begin van de 17e eeuw. De eromheen gelegen gracht is in de 18e eeuw gedempt. Buiten het dorp Warnsveld loopt de route langs het 18e eeuwse Jachthuis, dat vroeger bij het tegenovergelegen Huis ’t Velde hoorde. De landhuizen – en nog veel meer – staan beschreven in een flyer. Deze is echter verouderd, maar in de toekomst komt er een nieuw exemplaar voor terug. Het ommetje met routebeschrijving wordt nog wel in het buitengebied op informatieborden aangegeven.

Fietsen langs de IJssel

De fietsroute ‘Fietsen langs de IJssel’ strekt zich uit over de hele lengte van de rivier vanaf het splitsingspunt bij Westervoort tot aan het einde van de IJsselmonding voorbij Kampen. De fietsroute is opgedeeld in zeven dagetappes, die als ommetjes zijn te fietsen. De route is ook als langeafstandsroute te volgen. De fietsroute volgt fietsknooppunten. Het levert in totaal 155 km fietsplezier op in het fraaie en afwisselende landschap van de IJsselvallei met prachtige vergezichten en zijn eeuwenoude Hanzesteden, zoals Zutphen.  De route is beschreven in het boekje ‘Fietsen langs de IJssel’. In deze gids staan duidelijke kaarten. Als extra service zijn schema’s van de fietsknooppunten te downloaden. Deze schema’s zijn handig tijdens het fietsen. Ook zijn gps-bestanden beschikbaar.

Tot slot

De VVV Zutphen heeft twee ‘populaire fietsroutes’ in haar pakket: Rondom de Hanzesteden (40 km) en Het Achterland van Zutphen (47 km); beide voeren door een groene omgeving. De routes zijn gebaseerd op de fietsknooppunten in de Achterhoek.

Organisaties voor natuur en landschap

Binnen de gemeente Zutphen zijn grote organisaties als Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Geldersch Landschap & Kasteelen actief. De agrarische natuurvereniging ’t Onderholt heeft de hele Graafschap als werkgebied. Wat plaatselijker zijn de verenigingen met enthousiaste vrijwilligers.

IVN Zutphen

IVN-afdeling Zutphen betrekt mensen bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving. Zij doet dit door het organiseren van wandelingen en fietstochten, landschapsonderhoud, cursussen en jeugdactiviteiten. VENEL staat voor Vrijwillig Educatief Natuur en Landschapsbeheer. Deze werkgroep houdt zich bezig met het onderhoud en instandhouden van kleinschalige landschapselementen. De activiteiten zijn o.a. het knotten van wilgen met hulp van het leerlingen van het Isendoorncollege uit Warnsveld; het schonen van poelen, zoals de paddenpoel bij de Overtuin te Warnsveld; het onderhoud van hoogstamboomgaarden en meidoornhagen.

De Vlinderwerkgroep telt jaarlijks de vlinders bij de Kaardebol (de Kas) en in de Heemtuin. Het resultaat van deze tellingen wordt doorgegeven aan de Vlinderstichting in Wageningen. De gegevens worden gebruikt om een landelijk overzicht van vlinders samen te stellen. In Nederland komen ± 36 soorten dagvlinders regelmatig voor, waarvan de Vlinderwerkgroep er gemiddeld 20 in Zutphen waarneemt. De score ligt dus redelijk hoog. Om de jeugd bij de natuur te betrekken is er de Kleine Kaardebol Werkgroep Jeugd IVN. De werkgroep organiseert o.a. Ecokids en struinlessen.

Bomenstichting

De Bomenstichting Zutphen is in 2002 opgericht door een groep mensen die zich wil inzetten voor het behoud van groen, in het bijzonder bomen in de gemeente Zutphen en omstreken. Aanleiding was hun bezorgdheid over het verdwijnen van veel bomen en ander groen. Inmiddels is de stichting een serieuze gesprekspartner van de gemeente en volgt zij het beleid kritisch. Op deze manier oefent de stichting een positieve invloed uit op het behoud van bomen. Ook onderzoekt ze of kapvergunningen terecht worden afgegeven en steunt ze bewoners die het niet eens zijn met voorgenomen groenplannen van de gemeente. Samen met de gemeente is een lijst opgesteld van monumentale bomen.
De stichting richt zich ook op het genieten van bomen. Zo organiseert ze af en toe een lezing over bijzondere exemplaren en enkele keren per jaar een wandel- of fietstocht langs bomen in Zutphen en omgeving. Ook stelde de club de Bomenwandelroute samen in en rond het centrum van Zutphen en verzorgt zij excursies voor verenigingen en groepjes toeristen.  Op de site staan vele links, o.a. naar de Bomenstichting Achterhoek, de Vereniging Bomenbelang Vorden en de Vogelwerkgroep Zutphen.

Vogelwerkgroep Zutphen

De Vogelwerkgroep Zutphen en omstreken weet welke soorten en aantallen vogels in het werkgebied verblijven door het uitvoeren van tellingen. Door het verzamelen van deze gegevens is te zien of er soorten achteruit of vooruit gaan, maar ook of er nieuwe soorten bijkomen. Binnen het werkgebied is er een vogelringstation in Klarenbeek.

Uilenwerkgroep De Oelenwappers valt onder de vogelwerkgroep. Deze club is ook aangesloten bij Stone, de Stichting Steenuilen Overleg Nederland. De leden van de werkgroep plaatsen, onderhouden en controleren nestkasten van steenuilen, kerkuilen, bosuilen en torenvalken. Jonge vogels krijgen een ring.
De vogelwerkgroep verzorgt regelmatig vogelcursussen voor beginners of gevorderden en organiseert eenmaal per maand een vogelexcursie voor leden. Voor jongens en meisjes tussen de 8 en 12 jaar is er de jeugdafdeling De Jonge Vogelaars. Er zijn zo`n acht activiteiten per jaar, waarbij ervaren vogelaars op stap gaan met de jeugdleden.

Het boekje ‘Weidevogels van de Tichelbeeksewaard’ is geschreven door enkele leden. Het schetst een beeld van tien jaar weidevogelbescherming in dit agrarisch natuurgbied langs de IJssel. Het uiterwaardengebied tussen de oude en de nieuwe brug is een belangrijk broedgebied voor weidevogels als grutto, tureluur, wulp, graspieper, gele kwikstaart, rietgors en soms zelfs kwartelkoning. Ze broeden er ieder jaar, terwijl verschillende andere soorten er ook regelmatig broeden. De vogelwerkgroep heeft met de pachters van deze weidegrond afspraken gemaakt over uitstel van maaien, aanleg van graseilanden of maaien om legsels heen.

Boek

Het boek ‘De Wilde Planten in en om Zutphen’ van Kasper Reining (uitgave 2017) laat zien hoe rijk en bijzonder de plantenwereld binnen de gemeentegrenzen is. De weidegeelster bijvoorbeeld, een typisch bolgewasje van de IJsselstreek, werd enkele jaren geleden uitgeroepen tot de ‘ambassadeursoort van Zutphen’. De weidegeelster bloeit in het vroege voorjaar o.a. op de Boompjeswal en bij de Hanzehof. Heelbeen is een sierlijk plantje, dat bloeit op de begraafplaatsen aan de Warnsveldseweg.